gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 181
F/07852
6 juni 1969
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het aangaan van een nieuwe doorlopende
rekening-courantovereenkomst met de N.V.
Bank voor Iïederlandsche Gemeenten te 1 s-Graven-
hage
In Uw vergadering van 30 juni 1949 werd besloten een rekening-courantover
eenkomst aan te gaan met de II.V. Bank voor Iïederlandsche Gemeenten te
1s-Gravenhage
De hoogte van het krediet in rekening-courant wordt jaarlijks, of zoveel
valeer als nodig, met de bank overeengekomen. Hiertoe wordt door ons, inge
volge Uw besluit van 16 december 1969 telkenmale een beslissing genomen.
De laatst gesloten overeenkomst dateert van 15 juni 1966. Thans wil de bank
komen tot een nieuwe overeenkomst
De nieuwe concept-voorwaarden vertonen enige verschillen met die, opgenomen
in deze laatste overeenkomst
Het betreft hier met name:
1In artikel 1 is weggelaten dat de rente over het debetsaldo niet meer zal
mogen bedragen dan 1^J boven het promesse-disconto van de Nederlandse
Bank. Er is nu vermeld: "de bank bepaalt de rente voor de saldi in debet
en credit". Achtergrond van deze wijziging is dat het een enkele maal
in de praktijk kan voorkomen dat op de vrije markt tijdelijke extreem
hoge prijzen moeten worden betaald en de bank in deze gevallen haar ta
rieven dient te kunnen aanpassen. De bank kon voorheen voor verstrekt
rekening-courantkrediet - waarvoor zij zelf dure middelen op moet
nemen - geen aangepast tarief berekenen.
Daar nooit is gebleken dat er door de Bank voor iïederlandsche Gemeenten
misbruik van voorkomende situaties is gemaakt en dit ook niet is te ver
wachten, menen wij dat de weglating der beperking van 1 boven het
promesse-disconto acceptabel is.
2. Artikel 3 is aangepast aan de regeling dat in Breda andere functionaris
sen dan de wethouders de betalingsopdrachten tekenen. Uiteraard kan met
deze wijziging akkoord worden gegaan.
Tevens is in artikel 3 op ons verzoek een regeling vastgelegd betreffende
het gebruik van zichtcheques door de gemeentelijke sociale dienst.
De gedragslijn van 1968 ter zake van daggeldleningen is in dit artikel
eveneens gecontinueerd.
3. In het tweede lid van artikel 3 is op ons verzoek uitdrukkelijk bepaald
dat de bank niet medewerkt aan betaling per cheque