gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 210 4 juli 1969 AZ/09933 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast stelling van een verordening, als bedoeld in arti kel 3, 3e lid, van de winkelsluitingswet 1951, te vreten tot instelling van een vrekelijkse koopavond op vrijdag in het voormalige kerkdorp Princenhage. Het bestuur van de r.k. Middenstandsvereniging (ïï.K.O.V.), afdeling Princenhage heeft zich enige tijd geleden tot ons college gewend met het verzoek te willen bevorderen, dat de raad dezer gemeente onder gebruikmaking van zijn in artikel 3, 3e lid, van de winkelsluitings wet 1951 neergelegde bevoegdheid vrijstelling van het in artikel 2 onder c, van die wet bedoeld verbod verleent in die zin, dat alle winkels in de straten, die onder het voormalige kerkdorp Princenha ge ressorteren, op vrijdagen tot 21.00 uur voor het publiek geopend mogen zijn Ingevolge voormeld wetsartikel kan de gemeenteraad onder andere voor alle winkels in de gemeente vrijstelling verlenen van het verbod om een winkel op werkdagen na 18.00 uur voor het publiek open te stel len tot een door de raad aan te geven, uiterlijk op 22.00 uur te stellen tijdstip voor ten hoogste één door de raad aan te wijzen werkdag per week, welke niet de zaterdag kan zijn. Die vrijstelling kan ook voor een deel der gemeente worden verleend. Een verordening, als hiervoorbedoeld, kan niet worden vastgesteld dan nadat de Kamer van Koophandel en Fabrieken hieromtrent is gehoord. Die Kamer adviseerde ons het verzoek van de r.k. Middenstandsver eniging, afdeling Princenhage, in te willigen .Dit gunstig advies was gebaseerd op de omstandigheid, dat het merendeel van de winke liers in het voormalige kerkdorp Princenhage zich voorstander ver klaarde van een wekelijkse koopavond op vrijdag in dat gebied. Ons college was evenitfel van mening, dat die omstandigheid op zich zelf niet voldoende aanleiding kon vormen om de raad een voorstel in de hiervooraangegeven zin te doen. Het antwoord op de vraag, of vaststelling van bedoelde verordening niet zou leiden tot verscherpte en ongezonde concurrentieverhoudin gen tussen winkeliers in de randgebieden, wier winkels even buiten het territoir van dat kerkdorp vallen cn degenen, wier winkels bin nen dat gebied gelegen zijn, speelde hier naar onze mening ook een belangrijke rol.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 464