Bijlage nr. 210 Daarom verzochten wij de Kamer van Koophandel ons omtrent dit aspect alsnog van advies te dienen. Bij haar brief van 2 juni 1969 heeft die Kamer haar gunstig advies gehandhaafd Volgens die Kamer is tevoren niet te bepalen, of instelling van een wekelijkse koopavond in het voormalige kerkdorp Princenhage zal lei den tot te scherpe concurrentie voor de winkeliers in de aangrenzen de gebieden; zulks mag naar haar mening evenwel geen motief vormen tot afwijzing van het verzoek om een wekelijkse koopavond voor dat kerkdorp, dat zelf thans het nadeel ondervindt van een wekelijkse koopavond in naburige gemeenten, te weten in Etten-Leur en Prinsenbeek. Ook ons college is de mening toegedaan, dat er voldoende termen aanwe zig zijn om het verzoek van de r.k. Middenstandsvereniging, afdeling Princenhage, in te willigen. Hier zij nog opgemerkt, dat de belangen van het winkelpersoneel in voldoende mate beschermd worden door de geldende voorschriften aan gaande werktijden. Ten slotte menen wij er nog op te moeten attenderen, dat de contact commissie middenstands- grootwinkelbedrijven zich inmiddels tot ons college heeft gewend met het verzoek te willen bevorderen, dat er in de gehele gemeente een wekelijkse koopavond op vrijdag komt. Aangezien het nog geruime tijd zal duren, voordat op dit verzoek een beslissing kan worden genomen - de Kamer van Koophandel zal, alvorens advies op dit verzoek te kunnen uitbrengen, onder de plaatselijke win keliers een enquête houden - menen wij Uw raad, mede gelet op de daar bij voor oud-Princenhage betrokken belangen, te moeten voorstellen over te gaan tot vaststelling van een verordening ex artikel 3, 3e lid, van de winkelsluitingswet 1951, krachtens welke verordening de winkels in de straten, welke onder het voormalige kerkdorp Princenhage ressorteren, des vrijdags tot 21.00 uur geopend mogen zijn. Deze verordening zal automatisch buiten werking treden, als het ver zoek van voormelde contactcommissie om een wekelijkse koopavond op vrijdag tot 21.00 uur voor alle winkels in deze gemeente te zijner tijd zou worden ingexiilligd. Met het oog op het voorgaande stellen wij Uw raad voor over te gaan tot vaststelling van vorenbedoelde verordening conform het hierbij- gevoegd concept. Een eventueel afwijkend advies van de vaste raadsafdeling voor juri dische aangelegenheden zal U nog nader worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Walenkamn van-deH-'-SaHF Liggen ter visie in de raadzaal. secretaris, (loco) -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 465