t hij bijlage nr.238 -2- Artikel 4 Tenminste zes van het aantal leden van de Jeugdadviesraad, genoemd in artikel 3, lid 3 en 4, dient te bestaan uit jeugdigen en/of jonge ren; deze dienen op het moment van benoeming of herbenoeming niet ou der dan 30 jaar te zijn. Artikel 5 Burgemeester en wethouders kunnen als permanente toehoorders personen uitnodigen, die uit hoofde van hun functie kontact hebben met het plaatselijk Jeugd- en Jongerenleven. (g Artikel 6 a. De leden, bedoeld in artikel 3> lid 3 en 4, worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaren en zijn éénmaal direct hernoem baar. b. Burgemeester en wethouders stellen een rooster van aftreden vast. c. Tussentijds benoemde leden hebben zitting tot het tijdstip, waarop degene, voor wie men in de plaats is getreden, zou zijn afgetreden. Artikel 7 a. De leden van de Jeugdadviesraad kiezen uit hun midden een dagelijks bestuur, bestaande uit tenminste 5 leden, waaronder de leden, be doeld in artikel 3> lid 1 en 2. b. De taak van het dagelijks bestuur wordt door de Jeugdadviesraad vastgesteld en behoeft voor het inwerkingtreden de goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders. Artikel 8 Het lidmaatschap van de leden van de Jeugdadviesraad, bedoeld in ar tikel 3> lid 3 en 4, eindigt voorts door; a. bedanken; b. overlijden. Artikel 9 De Jeugdadviesraad vergadert tenminste zes maal per jaar. Artikel 10 In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter, gehoord het dagelijks bestuur, met inachtneming van de functie en taakstelling van de Jeugdadviesraad. Aldus vastgesteld in de openbare vergade ring van De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 539