-7- ANTWOORD In de omgeving van het Mastbos zijn geen terreinen bestemd en beschik baar voor toewijzing aan volkstuinders. Overigens menen wij te kunnen verwijzen naar ons antwoord op de a T vraag van de heer Kroon. VRAAG De heer KroÖii zegt: Een artikel in het dagblad "De Stem" van 13 augustus 1969 geeft aan dat er grote ongerustheid bestaat bij de gebruikers van het volkstuincomplex Plaswijk ten gevolge van de huuropzegging door de gemeente per 1 december 1969. In genoemd artikel wordt gesuggereerd dat deze huuropzegging een gevolg is van het feit dat het waterschap de A of Weerijs oevers gaat versterken, waardoor baggerwerkzaamheden nood zakelijk zijn en de volkstuintjes ter plaatse niet gehandhaafd kunnen worden. Het waterschap zelf zou aan het bestuur van de Bredase volks tuintjes echter hebben medegedeeld dat het de grond van de tuintjes niét nodig heeft. Is het mogelijk in overleg met genoemd waterschap tot een dusdanige oplossing te komen dat deze tuintjes alsnog gehandhaafd kunnen worden, zodat met name vele bejaarden, die in de directe omgeving vronen, deze zeer belangrijke vrijetijdsbesteding vooralsnog kunnen blijven uit oefenen? ANTWOORD Voor de verbetering van de Aa of Weerijs overeenkomstig het in de raads vergadering van mei 1969 goedgekeurde plan dient te worden beschikt over een brede strook grond van het volkstuincomplex in het Zaartpark nabij de Langendijk. Het resterende gedeelte heeft een dusdanig ongelukkige vorm, dat hand having hiervan zonder meer, naar onze mening ongevrenst is. Aanvankelijk gingen onze gedachten er naar uit het gehele restant bij het park te voegen. Wij zijn echter bereid te overwegen of het mogelijk is in het park een afgerond volkstuincomplexje - zij het van iets kleinere afmetingen - te handhaven. Voorts zijn wij bereid na te gaan, of elders compensatie kan worden ge vonden voor de verloren gegane oppervlakte. Een verschuiving van het profiel van de Aa of Weerijs in westelijke richting is, afgezien van verdere geografische en hydraulische bezwaren, uitgesloten door de bebouwing en de particuliere eigendommen langs de Oranje boomstraat. VRAAG De heer Melzer is met het college van burgemeester en wethouders over tuigd van de paraatheid van de brandweer zeker ten aanzien van de Grote Kerk. Naar zijn mening leveren echter de belendende percelen in de Reigerstraat, waarin onder meer een fritesbakkerij gevestigd is, gevaar op. Indien aan de achterkant van deze panden brand zou uitbreken is hij er niet van overtuigd, dat er geen ernstige schade aan dit unieke monument veroorzaakt zou worden. Zijn vraag is of het behoud van deze panden opweegt tegen het risico dat de Grote Kerk loopt. ANTWOORD Er zijn voldoende maatregelen getroffen, waardoor bij brand in de directe omgeving van de Grote Kerk een snelle brandmelding en -bestrijding ver zekerd zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 569