gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 257 Voorstel van Burgemeester en wethouders tot vaststelling van een verordening, AZ/9961 houdende voorschriften inzake het par- keren van voertuigen op de openbare weg. 4 september 1969 Steeds meer komt het voor dat voertuigen zodanig op de openbare weg geparkeerd worden, dat de bewoners van woningen daarvan last onder vinden, of dat het aanzien van de straat er door geschaad wordt dan wel dat onevenredig grote godoslt an van de weg in beslag genomen wor den. Ingevolge het bepaalde in artikel 85 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens is Uw Raad bevoegd regels vast te stellen ter bestrij ding van parkeerexcessen. Wat onder "parkeerexces" moet worden ver staan wordt door de wetgever niet nader gedefinieerd; de bepaling van de inhoud van deze term, die aan een steeds voortschrijdende ontwik keling onderhevig is, is aan de rechter overgelaten. Een door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ingestelde studie groep is bij de samenstelling van een model-vereniging op dit terrein uitgegaan van de opvatting dat er sprake is van een parkeerexces, in dien door het parkeren van voertuigen op de weg met het oog op de ver deling van de beschikbare parkeerruimte, zo'n buitensporige ruimte in beslag genomen wordt, dat dit met het oog op de behoefte van andere weggebruikers aan parkeerruimte, ontoelaatbaar moet worden geacht. Deze opvatting achten wij alleszins aanvaardbaar. Aan regels ter bestrijding van parkeerexcessen bestaat, menen wij, grote behoefte. Bij het redigeren van het ontwerp van een parkeerver- ordening hebben wij het door vorenbedoelde studiegroep ontworpen model tot richtsnoer genomen ten einde aldus bij te dragen tot het ontstaan van uniformiteit op het stuk van plaatselijke parkeerverordeningen. Behalve aan regels als bedoeld in artikel 85 van het Reglement Verkeers regels en Verkeerstekens, waaraan verkeersmotieven ten grondslag liggen, bestaat er behoefte aan regels, die het parkeren regelen met een ander oogmerk dan de vrijheid van het verkeer en de veiligheid op de wegen, zoals bijvoorbeeld het motief van het tegengaan van aantasting van de openbare orde of veiligheid dan wel de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente. De bevoegdheid tot het vaststellen van derge-' lijke regels kan Uw raad ontlenen aan het bepaalde in artikel 168 van de gemeentewet. Behalve een concept-verordening bieden wij U hierbij aan een artikels- gewijze toelichting op de verordening. Wij menen U daarin niet te moe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 590