2.
Bij bijlage nr. 257
-2-
5. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid omschre
ven verbod ontheffing verlenen.
Artikel 3«
1 Het is de eigenaar, houder of bestuurder van voertuigen, welke zijn
voorzien van aanduidingen van commerciële reclame, verboden drie of
meer van deze voertuigen bij elkaar op door burgemeester en wethou
ders bij een openbaar bekend te maken besluit aangewezen wegen en
tijdstippen te parkeren, indien redelijkerwijs is aan te nemen, dat
deze voertuigen aldaar zijn geparkeerd voor het maken van commer
ciële reclame.
2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid omschre
ven verbod ontheffing verlenen.
Artikel 4.
Het is de eigenaar, houder of bestuurder van voertuigen met een
lengte van meer dan 6.00 meter en een breedte van meer dan 2.05 meter
verboden deze op de weg te parkeren elders dan op de daartoe door
burgemeester en wethouders aangewezen parkeergelegenheid (parkeer-
gelegenheden)nadat burgemeester en wethouders hem bij aangetekend
schrijven hebben medegedeeld, dat zij het parkeren van dergelijke
voertuigen bij elkaar op de weg met het oog op de verdeling van de
beschikbare parkeerruimte buitensporig achten.
Het in het eerste lid omschreven verbod geldt niet van maandag tot
en met vrijdag, dagelijks van 8.00 uur tot 18.00 uur.
Artikel 5
1Het is verboden een niet rijklaar motorvoertuig of een ander voer
tuig, waarmede om andere dan eenvoudig en onmiddellijk te verhelpen
redenen op de weg niet mag of kan worden gereden, langer dan 48 uren
achtereen op de weg te parkeren.
2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien en voor
zover de provinciale verordening landschapsschoon Noord-Brabant 1950
van toepassing is.
3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid omschre
ven verbod ontheffing verlenen.
Artikel 6.
1Het is de eigenaar, houder of bestuurder van een voertuig met een
lengte van meer dan 6.00 meter of een hoogte van meer dan 2.00 meter,
een oplegger, een aanhangwagen, dan wel een voertuig dat is voorzien
van een aanduiding van commerciële reclame verboden een dergelijk
voertuig op of aan de weg te doen of te laton staan daar, waar burge
meester en wethouders dit blijkens een openbaar bekend te maken be
sluit schadelijk achten voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.
2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien en voor
zover de provinciale verordening landschapsschoon Hoord-Brabant 1950
van toepassing is.
3« Het in het eerste lid omschreven verbod geldt evenmin gedurende de
tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in-
of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen
1
1tfC