Bij bijlage nr. 257
-3'
4. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid omschre
ven verbod ontheffing verlenen.
Artikel 7.
1Het is de eigenaar, houder of bestuurder van een voertuig met een
lengte van meer dan 6.00 meter of een hoogte van meer dan 2.00 meter
verboden dit tussen zonsopgang en zonsondergang nabij een bewoond
perceel op de weg te doen of te laten staan op zodanige wijze, dat
daardoor het uitzicht vanuit dat perceel voor de bewoners op hinder
lijke wijze wordt belemmerd.
2. Het in het eerste lid omschreven verbod geldt niet gedurende de tijd
die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uit
stappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van
goederen.
3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid omschre
ven verbod ontheffing verlenen.
Artikel 8.
1Het is de eigenaar, houder of bestuurder van een voertuig met stank-
verspreidende stoffen verboden dit te doen of te laten staan daar,
waar omwonenden of gebruikers van de weg daarvan hinder of overlast
kunnen ondervinden.
2. Het in het eerste lid omschreven verbod geldt niet gedurende de tijd
die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uit
stappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van
goederen.
3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid omschre
ven verbod ontheffing verlenen.
Artikel 9.
1Hot is de eigenaar, houder of bestuurder van een voertuig, dat wordt
gebezigd voor het vervoeren van een door burgemeester en wethouders
bij een openbaar te maken besluit als gevaarlijk aangewezen stof,
verboden dit voertuig te doen of te laten staan daar, waar de vei
ligheid van omwonenden of van gebruikers van de weg in gevaar ge
bracht kan worden.
2. Het in het eerste lid omschreven verbod geldt niet in een van de
navolgende gevallen:
a. wanneer de op of in het voertuig aanwezige hoeveelheid gevaarlijke
stof een door burgemeester en wethouders te bepalen maximum niet
te boven gaat;
b. gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het on
middellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk
laden of lossen van goederen;
c. gedurende een periode van een halfuur buiten de bebouwde kom.
d. indien de Hinderwet of de Het Gevaarlijke Stoffen van toepassing
is.
3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid omschre
ven verbod ontheffing verlenen.