gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 261 V/10360 4 september 1969 Voorstel van burgemeester en wethouders tot ongegrondverklaring van het verzoek om voorziening inzake de aanschrijving tot woning verbetering Wethouder Rom- boutsstraat 15. Middels een ongedateerd op 9 juni 1969 ter gemeentesecretarie inge komen schrijven*) heeft mevrouw L.A.M.A. Verhoeven Pennock bij Uw raad voorziening gevraagd tegen ons besluit van 27 mei 1969, V/6423*). Hierbij werd zij, benevens de overige eigenaren, aangeschreven de lekkende schoorsteen, de niet goed sluitende schuur- en poortdeur, de vochtdoorlatende muren van de voorslaapkamers en de niet goed functionerende riolering van het pand Wethouder Romboutsstraat 15 te herstellen. Deze aanschrijving is gedateerd op 27 mei 1969. Ingevolge 30, lid 1van de woningwet kan degene tot wie een aan schrijving is gericht binnen 14 dagen na verzending i.e. vóór 10 juni 1969, voorziening vragen bij Uw raad. Het daartoe strekkend verzoek is ingekomen op 9 juni 1969, derhalve binnen de wettelijke voorge schreven termijn. Reclamante brengt in haar verzoek om voorziening het volgende onder Uw aandacht: alleen al sinds 1 juni 1969 zou voor een totaalbedrag van ongeveer 3.600,aan reparaties uitgegeven zijn grotendeels betrekking hebben op bovengenoemde feiten; een vooroorlogse woning is in verband met de konstruktieve opzet niet aan te passen aan de huidige wooneisen zonder zodanig in grijpende wijzigingen, welke voor een huidige huurprijs van 91, niet te realiseren zijn; de eis om de huisriolering rechtstreeks aan te sluiten op het ge meenteriool is niet realiseerbaar, zonder dat deze eis ook gesteld wordt aan de eigenaren van de twee aangrenzende x^oningen, daar de beerput van deze drie woningen zich bevindt in de voortuin van pand no15. a

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 611