Breda
Bij bijlage nr. 261
De raad der gemeente Breda 5
overwegende, dat burgemeester en wethouders bij hun besluit van
27 mei 1969, mevrouw L.A.M.A. Verhoeven-Pennock, de heer A.F.P.M.
Verhoeven, mejuffrouw L.E.M.T. Verhoeven en mejuffrouw E.M.P.T. Ver
hoeven aangeschreven hebben voorzieningen te treffen aan de woning
Wethouder Romboutsstraat 15 ter opheffing van de volgende gebreken:
een lekkende schoorsteen, een niet sluitende schuur- en poortdeur,
vochtdoorlatende muren van de voorslaapkamers en een niet goed
functionerende riolering een en ander op grond van de artikelen 25,
lid 1, en 30 der woningwet, de artikelen 307,322 juncto 243, der
bouwverordening voor de gemeente Breda, artikel 27 lid 3 van de
overgangswet volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, de artikelen
152 en volgende en 210 der gemeentewet;
dat mevrouw L.A.M.A. Verhoeven-Pennock bij een op 9 juni 1969 inge
komen schrijven voorziening tegen deze aanschrijving heeft gevraagd
dat het verzoek om voorziening binnen de wettelijke voorgeschreven
termijn is ingediend, zodat reclamante in haar verzoek dient te
worden ontvangen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
V/10360;
gehoord de afdeling voor openbare werken;
gelet op het bepaalde in rrtikel 30 der woningwet;
heeft besloten:
met overneming van de door burgemeester en x^ethouders in hun voor
stel gegeven motivering de voorziening ongegrond te verklaren en
de gewraakte aanschrijving te handhaven.
Aldus besloten in zijn openbare ver
gadering van 18 september 1969.
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.