gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. bijlage nr.266 5 september 1969 tf/4477 Voorstel van burgemeester en wethouders met betrekking tot de Stichting Bredase Muziek- en Balletschool. In april 1968 heeft het bestuur van de Stichting Bredase Muziek- en Balletschool zich tot ons college gewend met het verzoek een eenmalig H subsidie toe te kennen teneinde tot afwikkeling van de schuldenlast te komen, die nog steeds op de stichting rust. In aansluiting aan dit verzoek zijn er door ons college en het bestuur van de stichting be sprekingen geopend met het doel de nog lopende zaken tot een practische oplossing te brengen en tevens te trachten het klimaat rond het stede lijk muziekonderwijs, dat door de muziekschoolkwestie duidelijk ongun stig beïnvloed is, te verbeteren. Na de eerste besprekingen besloot het bestuur de minister te vragen de afhandeling van het verzoek van de stichting het besluit van Uw raad van 15 maart 1967 ter vernietiging aan de Kroon voor te dragen, op te schorten. In aansluiting aan het besluit van het bestuur de school van de stichting per 31 augustus 1967 definitief te sluiten, besloot het bestuur op 17 juni 1968 de stichting te ontbinden en de vereffening op te dragen aan de leden van het zittende bestuur. Hierbij werd op verzoek van ons college tevens bepaald dat dit, voorzover het betreft de financiële afwerking, zou geschieden door het bestuur met begelei ding van een accountant. Vooruitlopend op de verdere resultaten van het overleg heeft de stichting op verzoek van ons college het pand Fatimastraat 190 onmiddelijk ont ruimd. Verder is overeengekomen dat bij het bereiken van een overeenkomst over de schuldenlast de eigendommen van de stichting, waarop thans door de belastingen beslag is gelegd, worden overgedragen aan de gemeente. In dat geval wordt tevens het gehele archief van de stichting aan de ge meente overgedragen. Met betrekking tot de schuldenlast hebben wij het be stuur gevraagd een accountant opdracht te geven een staat van schulden op te stellen. Uit het accountantsrapport, dat voor U met een toelichting ter visie ligt, blijkt dat de schuldenlast per liquidatiedatum (5 februari 1969) 58.815>36 bedraagt. Dit bedrag dient nog te worden verhoogd met de liquidatiekosten, te ramen op ca. 2.000, Met betrekking tot het liquidatierapport merken wij op, dan een niet onbelangrijk gedeelte van de schulden, namelijk 22.735,67, betrekking heeft op de periode vóór 1 september 1964, de datum waarop het subsidie aan de stichting werd beëindigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 623