Bijlage nr. 283 -7- Voorzitter; Ook wij betreuren het dat de vragen niet gelijktijdig zijn behandeld. Uw brief is ons vanzelfsprekend bekend en een en ander had beter gesyn chroniseerd kunnen zijn, bat de brief van de volkstuinders van. 1'septem ber betreft is het de bedoeling dat deze in de oktobervergadering, voor zien van een preadvies van het college, aan de orde wordt gesteld. ANTWOORD /eerste Ten aanzien van het/verzoek delen wij mede, dat wij de brief van het Algemeen Verbond van Volkstuiners Vereenigingen in Nederland hebben op genomen in de agenda van de vergadering van de raad van 18 oktober 1969, bij welke brief wij ons preadvies hebben gevoegd. De brief van 2 juli 1969 hebben wij inmiddels beantwoord bij onze brief van 25 september 1969, nr. V/12519, waarvan aan de leden van de raad een afschrift is toegezonden. VRAAG De heer Noestenberg zegt: waarmee de vorige spreker is geëindigd Tril ik beginnen, namelijk het volkstuincomplex Plaswijk. Ik heb daarover laatst vragen gesteld en daarop heb ik ook een antwoord ge kregen. Volgens De Stem ben ik daarmee het bos ingestuurd. Ik heb geen enkele binding met een ander gemeenteraadslid, maar niettemin krijg ik ten antwoord dat ik word verwezen naar wat de heer Kroon als antwoord had gekregen. Mijn vraag was echter geheel anders dan de zijne. Ik heb gevraagd of er in of in de buurt van het Mastbos of elders op Bredase grond geen plaats vrij te maken is voor volks tuinen ten behoeve van de mensen die jaren en jaren hun vrije tijd op hun stukje grond in Plaswijk hebben doorgebracht. Nogmaals, het verwijzen naar een aan een ander raadslid gegeven antwoord bevredigt mij helemaal niet, omdat ik geen enkel contact met dat raadslid heb. ANTWOORD De vraag, gesteld in de vergadering van 14 augustus 1969, of de be zitters van een volkstuin in het complex Plaswijk een klein stukje grond in de buurt van het Mastbos toegewezen kan worden, hebben wij raad van in de vergadering var/ 18 september 1969 ontkennend beantwoord. Ten aanzien van de vraag, gesteld in de vergadering van 18 september 1969, zijn wij van mening, dat eerst dient afgewacht te worden, of en zo ja, in hoeverre het aantal tuinders dat van het complex ge bruik maakt, zal verminderen. Eerst als dit gegeven bekend is, zal indien nodig gezocht worden naar de mogelijkheid van compenserende grond elders. VRAAG De heer Jacobs zegt: Ik zie aankomen dat, zoals ook in de vorige jaren is gebeurd, het parkeerterrein aan het Kerkpad voor een groot ge deelte in beslag zal worden genomen door kermisexploitanten. Ik zou graag zien dat burgemeester en wethouders eraan zouden meewerken om zulks dit jaar te voorkomen. ANTWOORD Wij zullen er op doen toezien, dat de parkeergelegenheid aan het Kerkpad niet door kermisexploitanten in gebruik zal worden genomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 681