Bij bijlage nr. 286 -4- dit artikel en in artikel 9 van overeenkomstige toepassing. Indien de belanghebbende vóór het ontslag zonder de toestemming van burgemeester en wethouders arbeid of bedrijf ter hand heeft goacmenishet bepaalde in dit artikel en in artikel 9 van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het geheel van de daaruit voortvloeiende inkomsten. 7. Indien inkomsten worden verkregen wegens overwerk of als gratificatie uit hoofde van een betrekking bij een openbaar lichaam, blijft op die inkomsten de vermindering achterwege. 8. Indien inkomsten worden verkregen uit hoofde van een vrijwillige verbintenis bij instituten als de nationale reserve, de reserve-, rijks- en gemeentepolitie en de bescherming bevolking, kan worden bepaald dat op die inkomsten de vermindering geheel of gedeeltelijk tot wederopzegging achterwege blijft. Artikel 9 1De belanghebbende bedoeld in artikel 4» lid 1doet van het ter hand nemen van arbeid of bedrijf op of na de dag waarop hem ontslag is opgave verleend of hem schriftelijke mededeling is gedaan van het voorne van in- men hem ontslag te verlenen, onverwijld mededeling aan burgemeester komsten en wethouders of aan een door dezen aan te wijzen ambtenaar. Daarbij doet hij voorzover mogelijk opgave van de inkomsten d:-* hij uit dan- wel in verband met die arbeid of dat bedrijf zal verkrijgen, alsmede van de kindertoelage respectievelijk kinderbijslag waarop hij onder welke benaming ook in verband daarmede aanspraak heeft en van de compensatie voor de premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet. Tijdelijke of blijvende wijzigingen in alle evengenoemde bedragen geeft hij tijdig voor het verschijnen van de eerstvolgende uitkeringstermijn op. 2. Indien de in lid 1 bedoelde bedragen niet vooraf door de belangheb bende zijn op te geven doet hij vóór het verschijnen van elke uit keringstermijn opgave van hetgeen hij sedert het ter hand nemen van de arbeid of het bedrijf danwel sedert de vorige opgave heeft verkregen. Brengt de aard van de arbeid of het bedrijf, ter beoordeling van bur gemeester en wethouders, mede dat de inkomsten over een langere ter mijn moeten worden berekend, welke echter niet langer dan een jaar mag zijn, dan geschiedt de opgave dienovereenkomstig en wordt het be drag van de vermindering voorlopig vastgesteld onder voorbehoud van verrekening aan het einde van evenbedoelde termijn. 3. Bij de vaststelling van het bedrag van de vermindering kan van een op gave bedoeld in lid 2, de belanghebbende gehoord, worden afgeweken. Artikel 10 12o spoedig mogelijk na het overlijden van de belanghebbende bedoeld in artikel 4, lid 1wordt aan de nagelaten echtgenoot een bedrag uitge- smarte-keerd gelijk aan de in artikel 4 bedoelde uitkering over een tijdvak geld van 3 maanden. Laat de overledene geen echtgenoot na dan geschiedt de uitkering ten behoeve van zijn minderjarige, wettige of erkende na tuurlijke, kinderen danwel minderjarige pleegkinderen. Ontbreken ook zodanige kinderen dan geschiedt de uitkering t.b.v. ouders, broers, zusters, of meerderjarige kinderen van wie de overledene kostwinner was. 2. Indien terzake van zijn overlijden aan de in lid 1 bedoelde betrek kingen een bedrag wordt toegekend uit hoofde van een door de overledene vervulde andere betrekking, tengevolge waarvan op de uitkering een vermindering wordt toegepast op grond van artikel 8, wordt een be drag uitgekeerd gelijk aan de verminderde uitkering over een tijdvak van drie maanden, voorzover nodig aangevuld, zodanig dat de som van beide bedragen gelijk is aan het bedrag, bedoeld in lid 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 690