Bij Bijlage nr. 286 -8- e. indien de belanghebbende enig op grond van artikel 17, lid 4, gegeven voorschrift niet nakomt, tenzij hem hiervan redelijkerwijze geen verwijt kan worden gemaakt, danwel indien er overigens gegronde reden is om aan te nemen dat hij niet ernstig tracht werk te vinden; d. indien de belanghebbende zich zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders in het buitenland vestigt of geacht moet worden aldaar duurzaam te verblijven; e. indien de belanghebbende, zij het ook alleen door gebrek aan mede werking, verhindert dat een geneeskundig onderzoek tot het verkrijgen van invaliditeitspensioen krachtens de Algemene burgerlijke pensioen wet plaatsvindt danwel zodanig onderzoek belemmert; f. indien de belanghebbende zich zodanig gedraagt, dat hem ontslag zou zijn verleend als hij in dienst was gebleven; g. indien de belanghebbende zich in de betrekking waaruit hem ontslag is verleend achteraf blijkt zodanig te hebben gedragen dat hem ontslag zou zijn verleend als dit eerder was gebleken. 2. Indien de belanghebbende de verplichting bedoeld..in artikel 17, lid 1 ,niet nakomt danwel indien hij als ingeschrevene bij het Gewestelijk Arbeidsbureau opzettelijk of door nalatigheid verzuimt gevolg te geven aan een oproeping of aanwijzing van het Gewestelijk Arbeidsbureau, welke kan leiden tot het verkrijgen van werk dat hem in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden redelijkerwijze kan worden opgedragen of indien hij weigert dergelijk werk te aan vaarden, vervalt de uitkering voor het gedeelte waarmede deze, tezamen met de verzuimde of verloren gegane inkomsten, de bezoldi ging te boven zou zijn gegaan. 3. Het bepaalde in dit artikel is niet van kracht indien het niet na komen van voorschriften, het weigeren of geen gebruik maken van een aangeboden betrekking of van een gelegenheid tot het verkrijgen van inkomsten geschiedt tijdens een staking of uitsluiting, tenzij zich zich daarbij het geval voordoet voorzien in artikel 91 laatste zinsnede van lid 2 van het Algemeen Ambtenarenreglement. Artikel 23 De uitkering vervalt: a. met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin verval van de belanghebbende de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, uitkerirgar b. op de dag waarop de belanghebbende op grond van een geneeskundig onderzoek, bedoeld in de Algemene burgerlijke pensioenwet, blijvend ongeschikt is verklaard voor de verdere vervulling" van de betrekking waaruit hem met recht op uitkering ontslag is verleend; c. op de dag na het overlijden van de belanghebbende. Artikel 24. garantie Het bepaalde in deze verordening geldt ten aanzien van de belanghebbende met dien verstande dat hem nimmer minder voordelen toekomen dan wan neer de Werkloosheidswet op hem van toepassing zou zijn geweest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 694