Bijlage nr.316
Het pand Dillenburgstraat 2^-31 is nog niet verkocht en be
hoort nog steeds in eigendom toe aan mevrouw A.A. Elsevier-
Dielemans. Blijkens artikel 5 van de op genoemd pand betrek
king hebbende huurovereenkomst, welke wij voor U in de lees
kamer ter inzage hebben gelegd, heeft huurd„er dit pand op 1
februari 1968 in goede toestand aanvaard. Artikel 8 echter van
bedoelde overeenkomst bepaalt, dat de kleine en dagelijkse her
stelwerkzaamheden voor rekening van de huurder en de overige
reparaties voor rekening van de verhuurder zijn, tenzij deze
noodzakelijk zijn geworden door nalatigheid of schuld van de
huurder. Van dit laatste kan niet worden gesproken en dit wordt
door,reclamant ook niet beweerd.
Ingevolge het bepaalde in artikel 25 van de woningwet moeten wij
diegene aanschrijven, die als eigenaar of uit andere hoofde be
voegd is tot het treffen van voorzieningen.
Hoewel het mogelijk de bedoeling van partijen is geweest bij het
sluiten van de huurovereenkomst en het vaststellen van de koop
som, dat in voorkomende gevallen ook de onderwerpelijke repa
raties door huurder verricht zouden worden, blijkt hiervan
niets uit de huurovereenkomst. In zijn verzoek om voorziening
wordt door reclamant ook niet duidelijk gemaakt, dat eigenares
se voor het onderhoud niet aansprakelijk is Eigenaresse is
naar onze mening terecht aangeschreven als degene, die tot het
treffen van de voorzieningen bevoegd is.
Op grond, van het bovenstaande stellen wij U voor het verzoek om
voorziening ongegrond, te verklaren en de aanschrijving te hand
haven.
Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare
werken zal U nog worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda.
I-lerkx burgemeester.
van den Dam
secretaris.