bijlage nr. 319 -2- ANTWOORD Er zijn besprekingen gevoerd tussen de eigenaresse van de Veste, de stichting jeugd- en jongerencentrum en vertegenwoordigers van de ge meente ten einde na te gaan of de exploitatie van dit gebouw meer in tensief zou kunnen zijn ten behoeve van jeugdigen en jongeren. Deze mogelijkheid bleek onvoldoende, enerzijds vanwege de gevraagde huur- som, anderzijds omdat het gebouw in zijn huidige vorm onaantrekkelijk is.Toen zich de mogelijkheid aandiende deze activiteiten onder te brengen in het K.M.T. aan de John F.Kennedylaan zijn wij na overleg met de stichting jeugd- en jongerencentrum besprekingen begonnen over de huur van dit gebouxf. Deze besprekingen zijn nog niet afgerond. VRAAG De heer van Gastel informeert, of burgemeester en wethouders hebben kennis genomen van het artikel in "De Stem" van 10 april 1969 over de stichting tot codificatie van de Nederlandse volksverhalen. In dit artikel stond ook te lezen, dat de directeur Jacq. Sinninghe plannen heeft om te komen tot de oprichting van een carnavalsmuseum. Hij vraagt: 1Is het college bekend met het feit, dat hierop velerlei gunstige reacties zijn gekomen, zowel van pers als van t.v. en andere publiciteits media? 2. Zijn burgemeester en wethouders van mening, dat het voor de stad Breda aantrekkelijk kan zijn als enige in den lande een dergelijk museum te hebben? 3. Zo ja, zijn burgemeester en wethouders dan bereid alle steun aan het initiatief van de heer Sinninghe te verlenen en de spoedige realisering van de totstandkoming van het museum mede te stimuleren? ANTWOORD Momenteel hebben besprekingen plaats tussen de stichting tot Codificatie van de Nederlandse Volksverhalen, het bestuur van de culturele werk gemeenschap en enkele andere belangstellenden ten einde na te gaan of en op welke wijze eventueel tot een carnavalsmuseum moet worden over gegaan. Zodra deze besprekingen zijn afgerond zullen ook wij ons stand punt bepalen. VRAAG De heer Spanjer vraagt xfanneer het accommodatierapport aan de raad aangeboden wordt (betreffende ruimtebiedende gelegenheden) ANTWOORD Op vragen in het verslag van het onderzoek van de begroting 1969 hebben wij geantwoord dat een volledige inventarisatie van de huidige situatie van gebouwen en het gebruik van deze gebouwen gewenst is, waarbij eveneens aandacht aan de beheersvorm geschonken dient te worden (centraal rapport pag. 1117). Dit onderzoek is eerst in het voorbereidend stadium.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 761