gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage rr, 333 5 novomber 1969 AZ/3623 verordening voor de gemeente Breda 1959. 3 novomber 1969 Voorstel van "burgemeester en wethouders tot herziening van de algemene politie- o Hoewel de in 1959 vastgestelde, sedertdien enkele malen gewijzigde algemene politieverordening voor deze gemeente, wat toepassing in de praktijk betreft, goed heeft voldaan, is bet noodzakelijk die ver ordening ingrijpend te herzien. Bedoelde verordening, die in diverse opzichten niet meer up to date is, dient te worden aangepast aan door de centrale wetgever uitgevaar digde nieuwe voorschriften, aan recente jurisprudentie van de Hoge Raad aangaande onderwerpen, de openbare orde betreffende, en aan zich in brede lagen van de bevolking wijzigende opvattingen over vrijheid van meningsuiting, welvoegelijkhoid van kleding etc. Enkele onderwerpen, die tot dusver in de apv. geregeld zijn, hebben inmiddels regeling gevonden in onlangs door Uw raad vastgestelde an dere verordeningen. Zo heeft de materie betreffende parkeerexcessen, welke tot dusver in artikel 20a der apv. is geregeld, een meer uitgebreide regeling ge vonden in de bij besluit van Uw raad van 18 september 1969 vastgestel de "parkeerverordening Breda 1969"wellcc verordening evenwel nog niet in werking is getreden. Dit zal eerst het geval zijn, nadat het in artikel 198 der gemeentewet bedoeld bericht van ontvangst van Gede puteerde Staten is ingekomen, zonder hetwelk afkondiging van die ver ordening niet mogelijk is. Artikel 20a der apv. komt dus eerst te vervallen, als de "parkeerverordening Breda 1969" in werking treedt. In de eveneens bij besluit van Uw raad van 18 september 1969 vastge stelde verordening tot wijziging van de drank- en horecaverordening Breda 1967 zijn enkele bepalingen betreffende het toezicht op verma kelijkheden, vertoningen etc. in horecabedrijven e.d. opgenomen, welke bepalingen in nagenoeg dezelfde redactie in de apv, (artikelen 30 tot en met 32) voorkomen, zij het dan, dat die artikelen van toepassing zijn op voor het publiek toegankelijke plaatsen in het algemeen, o.a. op horecabedrijven e.d. Uit een oogpunt van systematiek verdiende het n.l. de voorkeur bepa lingen betreffende het toezicht op vermakelijkheden etc. in horecabe drijven e.d. in de drank- en horecaverordening Breda 1967 op te nemen. Daarom stellen wij Uw raad voer genoemde artikelen der apvin dier voege te herzien, dat deze slechts zullen gelden ten aanzien van voor het publiek toegankelijke plaatsen, zijnde geen horecabedrijven e.d.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 796