gemeente Breda
Bijlage nr. 334
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA
31 oktober 1969
S/20297 Mededeling van burgemeester en wethouders
met betrekking tot de uitvoering van het
raadsbesluit van 14 november 1968 tot het
oprichten van een gemeentelijke cultuurdienst
en een voorstel tot wijziging van het regle
ment voor de culturele raad.
In Uw vergadering van 18 januari 1968 heeft Uw raad instemming be
tuigd met de uitvoering va„n de door ons in de Cultuurnota neergeleg
de beleidslijnen met betrekking tot de cultuurbehartiging als onder
deel van gemeentelijke overheidszorg.
De eerste aanzet voor de uitvoering van de geschetste beleidslijnen
was naar onze mening de functionele concentratie van de gemeentelijke
activiteiten op cultureel terrein door de formatie van een dienst
voor de cultuurbehartiging (gebaseerd op de artikelen 122 en 252 van
de gemeentewet) en de instelling van een culturele ra.ad, welke moet
fungeren a„ls het beleidsadviesorgaan voor ons college in culturele
aangelegenheden. Onze voorstellen daartoe (zie bijlagen 1968, nr.
430) zijn door de raad behandeld en aangenomen in de raadsvergadering
van 14 november 1968.
De voorgestelde functionele concentratie in de vorm van een dienst
voor de cultuurbehartiging kan eerst worden verwezenlijkt na de in
diensttreding van een directeur voor de geformeerde dienst, in ver-
band hiermede is de bepaling van de datum waarop deze nieuwe struc
tuur ingaat door Uw raad aan ons college overgelaten.
Wij delen U mede, dat wij er nog niet in zijn geslaagd tot een voorstel
tot benoeming va„n een directeur van bovengenoemde dienst te geraken,
zodat het totstandkomen van de dienst vertraging ondervindt. In af
wachting van het resultaat van de pogingen, welke wij zullen voort
zetten om U een voorstel tot benoeming van een. directeur te kunnen
doen, hebben wij besloten binnen de afdeling welzijnszorg een bureau
culturele zaken met een adequate bezetting te formeren. Door deze maat
regel verwachten wij ook voor de interim-periode reeds waarborgen te
scheppen voor een cultuurbehartiging in de geest van de beleidslijnen
in de cultuurnota gegeven.
Vcor de culturele raad a.ls beleidsadviesorgaan voor ons college heeft
het voorlopig niet doorgaan van de dienst voor de cultuurbehartiging
geen consequenties. In verband met de gewijzigde situatie behoeft het
door Uw raad vastgestelde reglement voor de culturele raad enige - niet
essentiële - aanpassing. Indien Uw raad overeenkomstig ckus voorstel
kan besluiten is er geen belemmering meer om dit waardevolle beleids
adviesorgaan zo spoedig mogelijk te formeren en te doen func$ionereru