Bijlage nr. 345 -3' Ons college is van oordeel, dat noch het rapport van de Commissie Bètaald Voetbal, noch het rechtstreekse contact van een lid van ons college met de beide besturen, voldoende aanduiding hebben opgeleverd voor de mogelijkheid van een aanvaardbare sanering van het betaald voetbal in Breda. Derhalve is niet voldaan aan de door ons college vanessentiële betekenis geachte voorwaarde, namelijk een 'ezonde strucjuur van het betaald voet bal welke redelijkerwijze mg doe verwachten dat een financiële hulp van de gemeente - ook op lant>re \ermijn gezien - de passieve recreatie in positieve zin zal bevorderen. Nu een dergelijke structuurwijziging - en dus een sanering - niet kan worden verwacht, zien wij geen aanleiding om te voldoen aan de voorstellen tot het verlenen van meer financiële armslag aan het betaald voetbal in deze gemeente. Ons college is derhalve van mening, dat een sanering van het be taald voetbal vooraf dient te gaan aan een subsidiëring door de ge meente. Bovendien zal de sanering van het betaald voetbal een aanpak op lan delijk niveau noodzakelijk maken, omdat dit minder een plaatselijke dan wel een regionale en landelijke aangelegenheid is. Vandaar dat ons inziens gewerkt moet worden aan een nationaal plan ter zake van het betaald voetbal. In dit verband wordt dan ook het voorgenomen initiatief van de wethouders voor sport c.a. van de vier grote Noord-Brabantse gemeenten - Den Bosch, Eindhoven, Tilburg en Breda - om alle colle ga's van gemeenten waar betaald voetbal beoefend wordt uit te nodi gen voor overleg ter sake, van grote betekenis geacht. Aangezien ons college overtuigd blijft van het belang van betaald voetbal voor de passieve recreatie zullen wij de ontwikkeling nauw lettend volgen. Zodra de verlangde sanering gerealiseerd is of tot stand komt bestaat opnieuw de bereidheid om medewerking te verlenen. Burgemeester en wethouders van Breda, burgemeester. secretaris. Ligt ter visie in de leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 823