gemeente Breda Bij bijlage nr. 359 Proeve van een werkschema voor cle opstelling van een binnenstadsplan voor de gemeente Breda. Praenotanda;- De omvang van het gebied, waarvoor een binnenstadsplan wordt opgesteld, wordt bepaald door het deel van de stad, dat is gelegen binnen de zogenaamde singels. - De publiekrechtelijke vorm van het plan zal wellicht tweevoudig zijn; A. in eerste instantie een structuurplan voor dit gebied, waarvan sprake is in artikel 21lid 7 van de wet op de ruimtelijke ordening, dat xvil zeggen een structuur plan voor de bebouwde kom waarin dan wijzingen zijn gegeven voor de bestemming. B. Vervolgens een bestemmingsplan voor ditzelfde gebied als bedoeld in artikel 10, lid 2 van de wet ruimte lijke ordening, en met eventuele toepassing van de mogelijkheden als bedoeld in de artikelen 11 t/m 16 van deze wet. Schemaad. A. Structuurplan voor de binnenstad. - In de eerste fase van de opstelling van het binnenstads plan (de s'iructuur)zullen de navolgende werkzaamheden aan de orde komen: 1Huidige toestand. a. Inventarisatie van de reeds aanwezige gegevens. b. Verzamelen van de benodigde verdere gegevens, die tot basis moeten strekken voor de mogelijke en ge wenste ontwikkeling. 2» De mogelijke toekomstige ontwikkeling. a. De functiebepaling van de binnenstad, zoals dit naar voren komt in het structuurplan van de stad in het kader van z ijn gewestelijke en regionale taak. Hierdoor wordt de mogelijke kwaliteit van de binnenstad nader gedefinieerd. b. Uit deze kwalitatieve bepaling vloeien een aantal kwantitatieve eisen voort, met name een aantal kwantitatieve behoeften uit de afgeleide functies, zoals verkeer e.d. 3. De wenselijke ontwikkeling van de binnenstad. a. De optimalisering van de onder 2 nader gedefinieer de kwalitatieve functie van de binnenstad, niet in het minst in economische zin. Deze optimalisering- zal. wellicht een aantal keuze-varianten kunnen in houden, wat leidt tot het opstellen van eon aantal mogelijke modellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 861