gemeente Breda Bij bijlage nr. 39 De raad der gemeente Breda; overwegende, dat de bedragen per leerling bedoeld in artikel 189, lid 5 juncto artikel 189, lid 3, van het besluit buitengewoon onderwijs 1967 voor 1969 als volgt zijn vastgesteld: a. voor scholen voor kinderen die zijn opgenomen in herstellingsoorden voor langdurig zieken: afdeling zeer jeugdigen op 119,50 kernafdeling op 11 119,50 afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs op 119,50 b. voor scholen voor woonwagenkampkinderen: afdeling zeer jeugdigen op 159, kernafdeling op 159, c. voor scholen voor debiele kinderen: kernafdeling op 182,75 afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs op 182,75 d. voor scholen voor imbeciele kinderen: afdeling zeer jeugdigen op 182,75 kernafdeling op 182,75 e. voor scholen voor slechthorende kinderen: afdeling zeer jeugdigen op 313, kernafdeling op 313, f. voor scholen voor blinde kinderen: afdeling zeer jeugdigen op 301,25 kernafdeling op 301,25 g. voor scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoei lijkheden: kernafdeling op 235, h. voor scholen voor lichamelijk gebrekkige kinderen: afdeling zeer jeugdigen op 355, kernafdeling op 11 355, afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs op 355, dat de gemiddelde aantallen leerlingen van cfe in Breda gevestigde bijzondere scholen voorb.l.o. in 1968 bedroegen zoals deze zijn vermeld in kolom 3 van de bij dit besluit behorende staat; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in artikel 191, lid 4 van genoemd besluit; besluit: het voorschot als bedoeld in artikel 191lid 4, van het besluit buitenge woon onderwijs 1967 voor het jaar 1969 te bepalen op de bedragen zoals deze zijn vermeld in kolom 5 van bijgaande staat. Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Breda in zijn openbare vergadering van 16 januari 1969. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 88