f Bij bijlage nr. 378 Berekening van het gemeentesubsidie 1968 ten behoeve van de stichting katholieke gezinszorg te Breda A. Het subsidie ingevolge de rijksregeling is gelijk aan het rijkssub sidie verminderd met de subsidies der buitengemeenten. 1 Rijkssubsidie - 35% van de totale subsidiabele lasten gezinsverzorging ad 229-446,05 80.307, - 35% van de totale subsidiabele lasten gezinshulp voor bejaarden en chronisch zieken ad 33-674,11-786, 0 C - 35% van de totale subsidiabele lasten bejaardenhelpsters ad 587-977,68 ƒ205.793,— - 25% van de totale subsidiabele lasten gezinshulp voor niet-bejaarden en niet- chronisch zieken ad 148.306,37-077, - subsidie kosten leidinggevend personeel 35-021 - subsidie in kosten van vervoer 360, Totaal rijkssubsidie370-344, Totaal subsidies van buitengemeenten........14-470,08 Resteert ten laste van de gemeente Breda355-873,92 B. Het nadelig saldo in 1968 bedraagt na aftrek van de "normale" overheidssubsidies 204-440,49- Het totaal aantal verzorgings- dagen bedroeg in 1968 32.498, waarvan 31-268 1/2 in Breda. Van het resterend nadelig saldo komt derhalve ten laste van de gemeente Breda 31-268 1/2 /32-498 x 204.440,49 f 196.706.93 Totaal subsidie vanwege de gemeente Breda552,580,85 In 1968 werd reeds aan bijstand verleend250-180.17 Resteert totaal subsidie vanwege de gemeente Breda302.400,68

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 916