bij bijlage nr- 394
-2-
Artikel 8
Buiten en behalve de in de artikelen 3 tot en met 7 behandelde bestuurs
leden heeft, zolang de bruikleenovereenkomst betreffende de bisschoppe
lijke verzameling, aangegaan d»d- 3 december 1969 tussen het bisdom Breda
en de vereniging Stedelijk Museum voor Geschiedenis en Oudheidkunde Breda
van kracht is, de bisschop van Breda het recht een bestuurslid te benoe
men, die, meer in het bijzonder oelast met de behartiging van de belangen
der bisschoppelijke verzameling, daarnaast over alle bevoegdheden be
schikt, die bij de artikelen 9 tot en met 21 aan de overige bestuursleden
zijn toegekend. Deze benoeming geschiedt telkens voor een periode van
vier jaren, aan het einde van welke periode herbenoeming mogelijk is.
Ingeval van beëindiging der bruikleenovereenkomst eindigt dit bestuurs
lidmaatschap met het einde der liquidatie.
Vergaderingen
Artikel 9
Het bestuur vergadert ten minste viermaal per jaar en voorts zo dikwijls
als de voorzitter dit nodig acht of minstens twee bestuursleden hem dit
schriftelijk verzoeken.
Artikel 10
Besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen. Stemming
over personen moet schriftelijk geschieden.
Bij staking van stemmen over benoemingen beslist het lot, bij staking
van stemmen over andere zaken wordt het voorstel geachte te zijn ver
worpen.
Artikel 11
Van het behandelde in de vergadering worden door de zorg van de secre
taris notulen gehouden, die door voorzitter en secretaris, na goed
keuring door de vergadering, worden ondertekend.
De conservator woont in de regel de vergaderingen bijhij heeft een
adviserende stem.
Artikel 12
Ter vergadering kunnen geen besluiten worden genomen tenzij ton minste
de helft van het aantal leden, naar boven afgerond, aanwezig is.Wanneer
het vereiste aantal leden niet aanwezig is, wordt een tweede vergade
ring uitgeschreven., die ongeacht het aantal aanwezige leden besluiten
kan nemen over de op de agenda geplaatste onderwerpen.
Personeel
Artikel 13
Het dagelijks bestuur benoemt, ontslaat en schorst het personeel met
uitzondering van de conservator. De benoeming en het ontslag van een
conservator geschiedt doorhet bestuur en vereist vooraf de schrifte
lijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders. Tot
schorsing van de conservator is het dagelijks bestuur bevoegd.