gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 41
5 februari 1969
IZ/Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
VRAAG.
De heer van Banning zegt te hebben gelezen, dat het college op 22 november
1968 aan een aantal straten namen heeft toegekend onder andere de naam
Albert van Huffel.
Hij vraagt of het mogelijk is in de toekomst een dergelijke mededeling ver
gezeld te doen gaan van enige informatie omtrent de persoon aan wie de
straatnaam de herinnering levend houdt.
ANTWOORD
Bij besluit van ons college van 30 oktober 1964 werden aan een aantal
straten in het uitbreidingsplan "Hoge Vucht" de namen van Vlaamse en Neder
landse bouwmeesters en Waterstaatkundigen gegeven, waaronder de naam "Albert
van Huffelstraat".
Er bestaat bij ons college uiteraard geen enkel bezwaar in voorkomende ge
vallen de mededeling van de naamgeving vergezeld te doen gaan van enige
informatie omtrent de gegeven straatnaam.
VRAAG.
De heer van Gastel zou gaarne vernemen hoe het staat met de afdoening van
het stuk van de bewoners van de Minister Nelissenstraat met betrekking tot
de bomen in die straat. Het verzoek is ongeveer in maart ingediend, doch
zou pas in verband met het jaargetijde in het najaar afgedaan kunnen worden.
ANTWOORD.
De definitieve beslissing over het verzoek betreffende de bomen in de
Minister Nelissenstraat is mede afhankelijk van de mogelijkheid tot vergro
ting van de parkeergelegenheid met handhaving van een bomenbestand.
Momenteel wordt de reconstructie bestudeerd, waarbij zowel de aanleg van
parkeerhavens als de herplant met bomen nader wordt bezien.
Het bovenstaande zal ook worden medegedeeld aan de bewoners van de Minister
Nelissenstraat, onder toezegging dat de definitieve oplossing zo spoedig
mogelijk ter kennis zal worden gebracht.
VRAAG.
De heer de Gijsel zegt, dat de vervuiling van de stad nog steeds toeneemt,
speciaal in de omgeving van scholen, cafetaria's en dergelijke. Hij vraagt
of er door een uitgebreider plaatsing van afvalbakken bijvoorbeeld aan
lantaarnpalen en het voeren van een actie tegen deze vervuiling in de
plaatselijke pers, deze te beperken is.