bijlage nr. 347 -2 11 ft y staand overzicht moge dit nader toelichten: 1e expl. jaar 2e expl. jaar 1970 1971 exploitatietekort volgens prognose f 669.700,f 487.750, correctie in verband met meerdere kapitaalslasten f 127.300,f 127.300, verwacht nadelig saldo op basis van de prognose f 797.000,f 615.050, verlies 1970 (afgerond) f 1.030.000, geraamd verlies 1971 f 1.157.000, nadelig verschil ten opzichte van de prognose f 233.000,f 541.950, De voornaamste oorzaken van deze teleurstellende ontwikkeling zien wij ener- z ij-da in het achterblijven van de verwachte bezettingsgraad, anderzijds in de buiten verwachting hoog opgelopen personeelskosten. Voor het achterblijven van de bezettingsgraad bij de verwachtingen is naar onze mening niet één oorzaak bij uitsluiting aan te wijzen; veeleer achten wij het een gevolg van een aantal factoren: de aanvankelijke onbekendheid met het gebouw, een tekortschietende acquisitie, een toegenomen concurren tie (het aanbod van congresruimten nam sneller toe dan de vraag) en - zeker in 1971 - een zekere vorm van "antireclame", veroorzaakt door de publici teit over de financiële moeilijkheden van de H.V. Het gebouw en de daarbij behorende outillage op zich kan niet als een rem mende factor worden gezien: naar de mening van verschillende deskundigen voldoet Het Turfschip op nationaal en internationaal niveau aan de eisen welke gesteld kunnen worden bij het organiseren van congresactiviteiten e.d., zij het dat adequate voorzieningen op het gebied van hotelaccommodatie, uit gaansmogelijkheden e.d. gewenst worden geacht. De buiten verwachting gestegen personeelskosten zullen wij hieronder ad H. nader aan de orde stellen. Hu behoeft naar onze mening een achterblijven van de exploitatie ten opzich te van de verwachtingen op zich geen aanleiding te zijn, de voortzetting van de gemeentelijke steun - en daarmede van de exploitatie van Het Turf schip - principieel ter discussie te stellen. Anders echter wordt het, in dien de verschillen tussen verwachting en realiteit bijzonder groot blijken of indien ook voor de toekomst op weinig of geen verbetering van de exploi tatieresultaten moet worden gerekend. Haar onze overtuiging is dit thans met de H.V. het geval. Wij verwijzen U in dit verband naar de hiervoren gegeven verliescijfers over 1970 en 1971 (geraamd) en naar het gestelde op pagina 2 ("financiële toekomstperspectieven") van het vervolgrapport van de heren Schuurkes en Franken, waaruit blijkt dat bij handhaving van de huidige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1034