bijlage nr. 347
-10
bezetting - zoals die thans is - overeenkomt met de totaal te verrichten
werkzaamheden. Naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van ge
noemde raad hebben wij besloten onze medewerking te verlenen aan een on
derzoek van de onderhavige materie. In afwachting van de resultaten van
het onderzoek menen wij dat het aanbeveling verdient voorshands geen re
kening te houden met mogelijke wijzigingen in het personeelsbestand (met
uitzondering van de personele consequenties bij verpachting van de hore-
ca-sector, waarover hieronder nader), dit mede gezien het feit, dat thans
niet te ramen is, welke invloeden op de personeelsbezetting de voorge
stelde multi-functionele opzet zal hebben. Wij hebben daarbij wel de in
druk, dat een zekere uitbreiding der werkzaamheden door toepassing van een
goede planning niet behoeft te leiden tot uitzetting van het huidige
personeelsbestand
Bij verpachting van de horeca-sector zullen 9 personeelsleden kunnen af
vloeien. In de besprekingen, die door de N.V. met de potentiële pachters
zijn gevoerd, is tevens de mogelijkheid van overname van het horeca-per-
soneel (of van een gedeelte daarvan) aan de orde gesteld. In hoeverre de
ze mogelijkheid kan worden gerealiseerd, is thans niet te zeggen.
Ten aanzien van het U bekende directieconflict delen wij U het navolgende
mede.
Het is Uw raad bekend, dat de raad van commissarissen der N.V. zich in
beginsel accoord heeft verklaard met de in de onderhavige materie door de
heren Schuurkes en Franken in hun eerste rapport gedane aanbevelingen.
Ten aanzien van de directeur en de administratief-adjunct-directeur heeft
dit geleid tot het opstellen van een tweetal ontwerp-instructies voor
de directeur en de administrateur der N.V. Deze ontwerp-instructies treft
U aan in het vervolgrapport van genoemde ambtenaren.
Overleg tussen de raad van commissarissen en beide betrokkenen heeft er
toe geleid, dat beiden zich accoord hebben verklaard met genoemde ontwerp-
instructies; zij zijn thans op basis van deze instructies bij de N.V.
werkzaam. Wij menen dat hiermede de grondslag is gelegd voor een betere
werkverhouding tussen directeur en administrateur.
Ten aanzien van de commereieel-adjunct-directeur diene het navolgende.
Met het eerdergenoemd rapport van de heren Schuurkes en Franken van 27
mei 1971 als motivering heeft de N.V. de ontslagaanvrage voor deze func
tionaris voorgelegd aan de directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau.
Deze heeft geen toestemming voor het ontslag verleend, aangezien voor hem
niet voldoende vaststaat, dat de aandeelhouders der N.V. zich met het
meergenoemde rapport - waarop zoals gezegd, de ontslagaanvrage stoelt -
kunnen verenigen.
Informatie omtrent Het Turfschip.
Gevolggevend aan de verzoeken, door Uw raad gedaan in meergenoemde ver
gadering van 24 juni 1971, hebben wij nagegaan op welke wijze Uw raad
vollediger en tijdiger geinformeerd kan worden omtrent de gang van zaken
bij Het Turfschip.