-8- Door de afspraak met deze verenigingen dat 50van hun woningen die vrij komen ter beschikking komt van de gemeente, krijgt de gemeente wat meer mo gelijkheden om de woningnood van de twee genoemde groepen te verminderen. Op deze afspraak wordt onder e nader ingegaan. Het aanbod van woningen is het grootst in de huurklasse van 75-125 gulden per maand (ca. 200 woningen), in welke huurklasse nauwelijks sprake is van een tekort onder de ingeschreven woningzoekenden (46 woningen). Het aanbod in de huurklassen 125-174 en 175-224 gulden per maand bedraagt in beide huurklassen weliswaar 110 woningen, doch dit aanbod is voor de in geschreven woningzoekenden veel te klein om de tekorten in deze huurklas sen resp. 551 en 343 woningen te kunnen opheffen. In hoeverre zij geholpen kunnen worden met het aanbod van woningen in de goedkopere huurklassen is moeilijk te zeggen. Het is namelijk de vraag of deze goedkopere woningen aantrekkelijk genoeg zijn voor de ingeschrevenen in de duurdere huurklassen. De categorieën die in de praktijk nog het meest geholpen worden met derge lijke vrijkomende gemeentelijke woningen zijn de vonnisgevallen (ontrui- mingsvonnissen) en de saneringsgevallen. b. Renovaties e.d. Het op peil houden en verbeteren van de kwaliteit van bestaande woningen, welke een lage huishuur hebben, kan eveneens een positieve bijdrage leve ren tot vermindering van de woningnood, respectievelijk tot het afremmen van de stijging van het aantal woningzoekenden. Behoud van bestaande woningen kan gebeuren door: a. renoveren van woningcomplexen, d.w.z. zodanige voorzieningen aan de wo ningen uitvoeren, dat deze weer voldoen aan de minimum eisen van deze tijd; bijvoorbeeld de 157 woningen in het Westeinde en de 84 woningen Vestkant/Vestingstraat. De plannen voor het eerstgenoemde complex ko men binnenkort in uitvoering; voor de tweede groep zijn de plannen bij het departement ingediend. b. geven van opknapbeurten, d.w.z. uitvoeren van herstel- en onderhoudswer ken, waarbij tevens sprake kan zijn van het aanbrengen van enkele ver beteringen; bijvoorbeeld woningen in de Gerardus Majellawijk, waarvan met de eerste 53 onlangs begonnen is; c. het treffen van voorzieningen voor de tijdelijke instandhouding van wo ningen, d.w.z. het uitvoeren van het allernoodzakelijkste onderhoud; bijvoorbeeld de panden in het gebied Leuvenaarstraat/Middellaan. De onder a, b en c genoemde maatregelen zijn gericht op een verlenging van de levensduur van de woningen met in het algemeen periode van respec tievelijk 25, 10 en 5 jaar. Het urgentieprogramma 1972-1976 voor de woningen, welke voor renovatie of opknappen in aanmerking komen, is vermeld in bijlage III. De daarop voorkomende kostenbedragen zijn bruto geraamd. Er is derhalve geen rekening gehouden met door het rijk toe te kennen financiële facili teiten, welke zowel op de financiering als op de jaarlijkse subsidiëring in de exploitatietekorten betrekking zullen hebben. Haar mate de aan te brengen voorzieningen meer het karakter van renoveren hebben, is de kans op rijkssteun groter. Hierbij dient evenwel te worden aangetekend, dat zowel het tijdstip waarop,als de mate waarin tot realisering van het programma kan worden overgegaan, in hoge mate afhankelijk is van bovenbedoelde faci liteiten, alsook van financieringsmiddelen, waarover de gemeente anderszins de beschikking krijgt. Voor het complex 157 ironingen Westeinde is inmiddels een toezegging ontvangen van 75in de financierings- en exploitatiekosten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1067