-10-
Het merendeel van deze bewoners (ca 1200) zou bovendien xronen in een wo
ning met een huur van minder dan 125,pev maand.
Aangezien het werkelijk aantal woningwetwoningen (zie bovenstaand overzicht)
veel groter is mag men in elk geval concluderen, dat ook het aantal mensen,
dat ten onrechte in een goedkope woningwetwoning woont, veel groter zal
zijn.
Bij doorstroming van deze mensen naar duurdere woningen komen er dus vol
doende goedkope woningen vrij voor de ingeschreven woningzoekenden en voor
de saneringsgevallen.
Be vraag is echter of deze woningen, hetgeen in deel a(mutaties) van deze
paragraaf reeds werd opgemerkt, kunnen worden aangewend voor de leniging van
de tekorten in de huurklassen van 125-175 en van 175-225 gulden per maand.
Voor doorstroming is het, naast de vraag of daarvoor voldoende bereidheid
bestaat onder de te goedkoop wonende, ook noodzakelijk dat er voldoende
geschikte vervangende woonruimten worden gebouwd.
Het reeds eerder gememoreerde woningmarktonderzoek zou in het kader van de
doorstroming meer inzicht kunnen verschaffen over het type woning, dat
moet worden gebouwd en in welke huurklasse.
Ter stimulering van de bereidheid om door te stromen heeft de centrale
overheid een regeling in het leven geroepen. Op grond daarvan wordt aan
gemeenten, die premies geven aan hen, die vrijwillig verhuizen van een
goedkope- naar een duurdere woning, een gedeelte van de uitgekeerde bedragen
tot een maximum van 1.000,per geval gerestitueerd.
Aan de rijksregeling zijn voorwaarden verbonden, waarvan de voornaamste
zijn:
a. de huurprijs van de ontruimde woning mag maximaal 140,per maand
bedragen;
b. de huurprijs van de betrokken woning mag maximaal 250,per maand
bedragen;
c. het verschil in huur tussen de ontruimde en de betrokken woning moet
minimaal 50$ bedragen;
d. een premie kan ook gegeven worden, indien de betrokken woning minimaal
twee kamers minder bevat, dan de ontruimde-, zulks ongeacht de huurprijs
van de betrokken woning.
Het de mogelijkheden, die de rijksregeling biedt, is in Breda een doorstro
mingsregeling vastgesteld. Deze is afgestemd op de plaatselijke ervaringen,
die in het verleden werden opgedaan met dergelijke regelingen, toen het rijk
nog bedragen beschikbaar stelde, gebaseerd op het aantal inwoners en het
aantal gereedgekomen nieuwbouwwoningen. Verhuizing van een etagewoning naar
een eengezinswoning is in de gemeentelijke regeling niet gepremieëerd.
Wij zijn van mening, dat het kunnen betrekken van een eengezinswoning op
zich voldoende attractief is om daarvoor een goedkopere flatwoning te ont
ruimen.
Vanaf 1 januari 1971 werd op grond van de doorstromingsregeling 67 maal een
uitkering gedaan tot een bedrag van in totaal 70.058,
I\fu pogingen om langs vrijwillige weg tot ontruiming van woningen door te
goedkoop wonenden te komen een gering effect hebben gehad, overwegen wij tot
dwangmatige woningontruiming over te gaan. üit dien hoofde oriënteren wij ons
thans op de slagingskansen van een proefproces tot woningontruiming.
d. Nieuwbouw.
In deel c is vermeld, dat het voor doorstroming o.a. noodzakelijk is dat
er voldoende geschikte nieuwbouw tot stand komt.
Voor elk van de jaren 1972 en 1975 is een principe-toezegging ontvangen voor
de bouw van 200 woningwet- en 100 corporatiewoningen (premiebouw door woning
bouwverenigingen)