82
bijlage nr. 359
Hierbij is de tekst gevolgd, die het model aangeeft (p.50/51).
Hetzelfde geldt ten aanzien van het uitzicht of het recht op pensioen
(zie toelichting V.N.G. pagina 61
*ti
II.Ad artikel 2. derde en vierde lid.
Evenals dit in de vigerende uitkerings- en pensioenverordening wethou
ders 1957 het geval is, is in de ontwerp-verordening een bepaling opgeno
men, waardoor in geval van invaliditeit een uitkering gewaarborgd wordt.
Een dergelijke bepaling in de huidige verordening werd niet in strijd ge
acht met de wet (wet van 1 augustus 1956, staadsblad 455» houdende nadere
regeling tot het toekenneivan een uitkering en een pensioen aan gewezen
ministers, staatssecretarissen, leden van gedeputeerde staten ener provin
cie en wethouders ener gemeente, zomede van hun weduwen en wezen). Gede
puteerde Staten hebben deze bepaling goedegekeurd.
III.Ten aanzien van de artikelen 6 en 16, vierde lid werd de tekst gevolgd
van de overeenkomstige bepalingen in de wet, in plaats van die der ver
ordening.
Jf (ft
IV.Ten aanzien van de artikelen 53 en 54 wordt in het voorstel de tekst van
de appa (respectievelijk artikel 112 en artikel 113) tot uitgangspunt
genomen, omdat daarin een genoegzame soepelheid ten aanzien van toekennin
gen op een later tijdstip aan de dag is gelegd.
Ee algemene burgerlijke pensioenwet kent een soortgelijke regeling, (ver
gelijk de artikelen A1 en A2) evenals bijvoorbeeld de algemene ouderdoms
wet en de algemene weduwen- en wezenwet.
Hoewel de tekst van de appa een beperking inhoudt in vergelijking met die
van het model dient tegenover het gestelde in de hierbij gegeven toelich
ting, bladzijde 81namelijk dat de administratie tijdig service moet
bieden, in het midden te worden gebracht, dat het in bepaalde gevallen
onmogelijk zal zijn rechthebbenden op pensioen op te sporen.
V.De artikelen 65, derde en vierde lid 68, 70, 71, 72, 73, 75» 76, 80 en 81
van het model behoeven niet in de verordening te worden opgenomen, daar
ze voor Breda niet van feitelijk belang zijn.
Hierdoor vinden in de ontwerp-verordening de volgende vernummeringen
plaats ten opzichte van het model:
Artikel 69 van het model
74
77
78
79
83
84
85
wordt artikel
68 van het
69
70
71
72
73
74
75
76
ontwerp
v,