bij bijlage nr. 363 -10- De heer Rolffinvesteringen, die na 5 of 10 jaar worden gedaan zijn dan nog niet afgeschreven. Ieder contract bepaalt looptijd en opzegtermijn. Bestaande g.a.i.'en blijven gextfoon in functie; Doenradestraat kan zelf beslissen of zij al dan niet willen aansluiten op het c.a.i.-project. Overdracht tegen vergoeding is ook mogelijk - dat is een kwestie van on derhandelen. De heer Crul merkt op, dat de gemeente, met de bepalingen van de bouwver ordening in de hand, de groep Doenradestraat kan verplichten de antenne te verwijderen, waarna hun g.a.i. zal moeten verdwijnen. De heer Kerkhof stelt, dat bepaald niet de bedoeling voorzit misbruik van macht te maken. De heer Crul heeft wel bezwaar tegen de stelling van Casema, dat het pro ject exploitabel moet blijven. Dat zou gemeente kunnen dwingen tot het nemen van stringente maatregelen met betrekking tot antennes en aanslui tingen. De heer Rolff: of tot aanpassing van de tarieven. De heer Kerkhof meent, dat maatregelen tot ordening duidelijk gericht moeten zijn op het doel. Het verbieden van een enkele antenne voor een g.a.i. is materieel niet vol te houden. In het geval Doenradestraat heeft niet gemeente - maar de bouwvereniging St. Laurentius - toestemming gege ven een antenne te plaatsen op de flat aan de Doenradestraat. Het ligt eigenlijk voor de hand, dat de groep Doenradestraat te zijner tijd zelf zal vragen aan te kunnen sluiten op het c.a.i.-net.. De heer van Duyl is voorstander van elegante oplossingen. De heer van Kampen stelt, dat de raad toch zelf eventueel corrigerend kan optreden. De voorzitter wijst erop, dat de naleving van de bouwverordening bij burgemeester en wethouders berust. Wat de vraagstelling van de heer Crul betreft: formeel heeft hij gelijk. De heer Crul meent, dat de raad burgemeester en wethouders eventueel ter verantwoording kan roepen ter zake van de uitvoering van de bouwverordening. De heer Rolffin verband met vraag over service: Service wordt door Case- ma een heel belangrijke zaak geacht. Het is een heel gevoelige materie. Als het plaatselijk bedrijfsleven in deze kan bijstaan is dat prachtig. Als dat niet kan moet men andere oplossingen zoeken. Wat betreft de mono- polipositie: daar kan spreker geen antwoord op geven. In deze ligt de be slissing bij de Staten-Generaalpersoonlijk ziet spreker dit niet ge beuren. Spreker gelooft veel meer in de situatie, waarbij de overheid zal veilig stellen, dat voor andere telecommunicatiedoeleinden gebruik kan wor- van het nets Dat is niet altijd van Casema, bijvoorbeeld ook van een ge meente. Is er censuur en is daar iets tegen te doen? In de oorlog kende men censuur. Het doet er waarschijnlijk in feite weinig toe of men dan al dan niet op een centrale antenne is aangesloten. Hierbij gaat het veelal om vindingrijkheid van beide partijen. De heer Kramer stelt, dat wanneer er bij een bepaald voorstel zcveel vra-c gen komen, toch wel moet worden geconstateerd, dat er belangstelling is, maar ook dat het vooroverleg niet doelmatig is geweest. Wanneer men het voorstel zo beziet bekruipt het gevoel, dat er weer sprake is van een "Turfschip". Er zijn momenten, dat je beslissingen moet nemen met de rug

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1178