Toelichting behorende bij bijlage nr. 26
De Stichting Katholieke Maatschappelijke Gezinszorg en de afdeling
gezinsverzorging en gezinshulp van de Stichting Protestants Soci
aal Gentrum voor Breda e.o. (resp. volgnummer 634.000 en 604.000(2)
in de begroting 1971 van de Gemeentelijke Sociale Dienst; totaal
1 .244.215,
De financiering van deze beide instellingen geschiedt tot dusver
als volgt:
a) een subsidie zowel van de gemeente(n) als van het rijk ingevol
ge de rijkssubsidieregeling voor gezinsverzorging en gezinshulp
(voor aangewezen instellingen 40$;voor de overige instellingen 35^)
b) de bijdragen van de cliënten, welke bijdragen door de instellin
gen worden vastgesteld naar draagkracht, conform de daarvoor gel
dende richtlijnen bij de Gemeentelijke Sociale Dienst;
c) een aanvullend subsidie vanwege de gemeente(n) in de jaarlijks
resterende exploitatie-tekorten.
De verschuiving per 1 januari 1971 in de financiering van kosten
van sociale zorg komt er in feite op neer, dat het rijk alleen
het gemeentesubsidie ingevolge de tot dusver vigerende rijksrege
ling heeft overgenomen (ad a - de percentages zijn verhoogd tot
resp. 80 en IQF/o)Dus niet het door veel gemeenten verleende aan
vullend subsidie in de exploitatie-tekorten (ad c).
Tot 1 januari 1971 kon het totaal aan de instellingen voor de ge
zinsverzorging en gezinshulp verleende subsidies worden ingebracht
in de kosten sociale zorg: artikel 14 van het financiële verhoudings-
besluit. Dit betekent, dat ongeveer 80^> van deze subsidies terug
komt via het gemeentefonds. Met ingang van 1 januari 1971 is dat
niet meer mogelijk. Elk subsidie aan deze instellingen na 1 janu
ari 1971 heeft derhalve een budgettair effect van 100fo.
In 1969 bedroeg het subsidie vanwege deze gemeente in de exploita
tie-tekorten van de beide instellingen in totaal 186.300,Re
kening houdend met de loon- en ahdore kostenstijgingen betekent
handhaving van dit subsidie voor 1971 een niet aanvaardbare las
tenverzwaring van ongeveer 200.000,
De beëindiging per 1 januari 1971 van de subsidiëring vanwege de
gemeenten houdt voor de instellingen voor de gezinsverzorging en
gezinshulp in, dat zij vanaf die datum aan hun cliënten een netto
kostprijs per dag kostprijs na aftrek van het rijkssubsidie)
in rekening moeten gaan brengen, teneinde tot een sluitende ex
ploitatie te komen. Het gevolg hiervan zal zijn, dat een groot
aantal cliënten een beroep zal doen op de algemene bijstandswet
ter betaling van (een gedeelte van) de kosten van gezinsverzorging,
gezinshulp en bejaardenhulp. Verwacht mag worden, dat het aantal
aanvragen terzake ongeveer 1000 per jaar zal belopen. De te ver
strekken bijstand - in feite hetzelfde bedrag als het tot dusver
verleende subsidie in het tekort - kan worden ingebracht in de
kosten sociale zorg, zodat uiteindelijk slechts 2Crfo ten laste van
de gemeente blijft. Een en ander betekent, dat de financiering-
van do gezinsverzorging en gezinshulp is teruggedraaid naar het
systeem van 1967 en vroegere jaren.