hijlage nr, 29 -4- Het rijk (ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening) heeft het door het K.I.V. opgestelde renovatieplan aanvaard en heeft ter finan- ciering van de van gemeentewege aan de bouwvereniging verstrekte lening ter bestrijding van de uit het plan voortvloeiende kosten, aan de gemeen te een lening toegekend tot het volledige bedrag. De gemeente fungeert derhalve slechts als tussenpersoon ter zake van de financiering. Het is dan ook niet juist dat de gemeente participeert in de kosten. Ook ten aanzien van het dagelijks toezicht heeft de gemeente geen taak. Dit is in handen van het K.I.V. De vergoeding voor behang en verf wordt niet door de gemeente doch door de bouwereniging gegeven. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 17 december 1970) De heer van Graafeiland: ik heb een vraag naar aanleiding van punt 4c van de agenda, het jaarverslag over 1969 van het R.K. bureau voor huwelijks aangelegenheden. Daarin wordt een aardig beeld gegeven van de werkzaam heden van dit bureau, maar ik mis ieder gegeven over de financiële situatie i0 van dit bureau. Daar de gemeente Breda jaarlijks een subsidie verleent van rond 15.000,- zou ik graag de volgende vragen willen stellen. 1Kan het overzicht van baten en lasten dat er ongetwijfeld zal zijn en waaruit de noodzaak van de subsidie alsmede de hoogte kan worden vastgesteld, aan de raad worden overgelegd of althans ter inzage worden gegeven? 2. Zo neen, op welke wijze worden dan de noodzaak en de hoogte van deze subsidie bepaald? ANTWOORD Evenals andere gesubsidieerde instellingen dient ook de Stichting Katholiek Bureau voor Huwelijksaangelegenheden elk jaar een beredeneerd jaarverslag en een jaarrekening, vergezeld van een accountantsverklaring, aan ons college over te leggen. Aan de hand van de jaarstukken wordt het uiteindelijke subsidie vastgesteld. Het jaarverslag en de jaarrekening van een bepaalde instelling over enig jaar worden zo veel mogelijk gelijk tijdig ter kennisneming op de raadsagenda geplaatst. In het onderhavige y geval was dit niet mogelijk, omdat de jaarrekening 1969 van de Stichting Katholiek Bureau voor Huwelijksaangelegehheden nog niet is ontvangen. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 17 december 1970) De heer von Schmid: er stond vanmorgen een stuk in de krant over een zekere familie van den Heuvel. Volgens dat bericht verkeren die mensen in een afschuwelijke woningtoestand;zij hebben geen echte woning maar een soort duivenkot dat ieder ogenblik kan instorten. Tot nu toe is aan deze mensen, die nog steeds naar een andere woning zoeken, geen woning in hun prijsklasse aangeboden. Een van de argumenten van het woningbureau is dat er nog tientallen van dergelijke gevallen in Breda zijn. Als dit inderdaad waar is dan is de woningnood nog veel erger dan wij dachten en zou in feite onmiddellijk de noodsituatie moeten worden afgekondigd. Mijn vraag is of in dit speciale geval - die mensen hebben ook nog een baby - iets kan worden gedaan of dat wij moeten aanzien hoe dit maar blijft doorsudderen, wat op een gegeven moment tot nare dingen aanleiding kan geven van op straat staan e.d. Ik zou dus graag op urgentie willen aandringen om in dit speciale noodgeval snel met een oplossing te komen om deze mensen zo snel mogelijk uit die situatie te verlossen. ANTWOORD Aan het gezin van den Heuvel is per 1 januari 1971 toegewezen de woning Leuvenaarstraat 69b. Deze woning is door dit gezin geaccepteerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 165