gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 29 1e vervolg) 28 januari 1971 17./- Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. VRAGEN 1 (gesteld in de raadsvergadering van 16 april 1970) De heer Melzer deelt mede: mij is ter ore gekomen dat de koninklijk erkende hengelsportvereniging De Baroniese Hengelaars onlangs een ver zoek heeft gericht tot het college om voor subsidie in aanmerking te komen. Bedoelde subsidie wordt aangevraagd om meer service te kunnen verlenen aan de grote groep bejaarden, jeugdigen en invaliden die lid zijn van deze vereniging. Wanneer kan de raad dit verzoek tegemoet zien? Deze hengelsportvereniging heeft door middel van een schrijven aan de directeur van de dienst voor Sport en Lichamelijke Opvoeding d.d. 17 mei 1968 naar aanleiding van een onderhoud een verzoek inge diend om onder meer de beide Wilhelminavijvers in de pacht op te nemen. Deze brief is tot op heden nimmer beantxfoord. Onlangs heeft de vere niging uit de krant moeten vernemen dat genoemde gemeentelijke vijvers aan een nieuw opgerichte vereniging zijn toegewezen. Is het college niet met mij van mening dat de hengelsport in het algemeen en het doel matig beheer der gemeentelijke visvijvers in het bijzonder meer gebaat is bij één sterke en slagvaardige vereniging dan bij versnippering? Is het college bereid te bemiddelen om deze versnippering te voorkomen? Is het college bereid De Baroniese Hengelaars bij te staan in het voor genomen biologisch visonderzoek in de gemeentelijke vijvers, waardoor de visstand kan worden verbeterd? Is het college niet met ons van mening dat het gedwongen lidmaatschap van twee verenigingen om in de gemeente lijke wateren te mogen vissen een onnodig financiële belasting vormt, vooral ten aanzien van bejaarden en invaliden? Hoe denkt het college te handelen ten aanzien van de ruim 300 bejaarde en invalide ledeh van de Baroniese Hengelaars, welke, naar aanleiding van het schrij ven van 27 mei 1969 namens de directeur van gemeente beplantingen, in de veronderstelling zijn dat zij in genoemde vijvers mogen vissen? 2. (gesteld in de raadsvergadering van 25 juni 1970) De heer Melzer zegt een paar maanden geleden vragen te hebben gesteld over de problemen van de hengelaars in deze stad, maar heeft daarop nog steeds geen antwoord ontvangen. 3. (gesteld in de raadsvergadering van 12 november 1970) De heer Sandberg merkt op: reeds geruime tijd geleden heeft onze toen malige fractievoorzitter, de heer Melzer, een aantal vragen gesteld in verband met de hengelsport. Hoewel naar mijn mening, maar die is niet helemaal exact, sindsdien ongeveer een half jaar is verstreken,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 166