bijlage nr. 29
-2-
meen ik dat daar toch nog geen antwoord op is verschenen.
Ik zou dan ook graag willen vernemen door welke oorzaken die beant
woording zo lang wordt opgehouden en wanneer die nu te vervrachten is.
ANTWOORD
Verschil van inzicht in de takenverdeling binnen het gemeentelijk apparaat
en de behandeling van de in de vraag aan de orde gestelde zaken door
meerdere gemeentelijke subhuishoudingen, waardoor het reconstrueren van de
relevante gang van zaken tijd heeft gevergd, hebben tot onze spijt het
antwoord op de vraag sterk vertraagd.
In het vorenstaande hebben vrij aanleiding gevonden de betreffende gemeen
telijke functionarissen mede te delen:
1dat de visserij met uitzondering van de procedure tot het verlenen van
bevissingsrechten het vaststellen van de daaraan te verbinden voorwaar
den en het uitzetten van pootvis, behoort tot de portefeuille van de
wethouder voor jeugd, sport en recreatie, met als adviserende en uit
voerende instantie de dienst voor jeugd en sport en als functionele
instantie ter secretarie de afdeling welzijnszorg;
2. dat de sub 1 genoemde beperkingen behoren tot de portefeuille van de
wethouder voor ruimtelijke ordening en openbare werken, die daarin
wordt bijgestaan door de dienst van beplantingen voor vrat betreft het
uitzetten van pootvis en het verlenen van visrechten in waterpartijen
deel uitmakende van parken en plantsoenen en door de dienst van open
bare werken voor het verlenen van dergelijke rechten in andere wateren,
met als begeleidende afdeling ter secretarie de afdeling volkshuisvesting.
Ter voorkoming van misverstand zij vermeld, dat het verlenen van visakten
en hengelbewijzen blijft gebeuren bij afdeling bevolking.
Op het in de aanhef van de vraag genoemde subsidieverzoek dd. 15 februari
1970 van de Baroniese hengelaars hebben vrij op 15 september 1970 afwijzend
beschikt omdat vrij van mening zijn dat wanneer de vereniging in de vorm van
informatie en aansluiting bij andere verenigingen meer service aan haar leden
of groepen daarvan wil verstrekken, van de begunstigden een financiële
tegenprestatie verwacht mag worden. Dit verzoek was gericht aan ons college
en niet aan de gemeenteraad.
Op 17 mei 1968 heeft dezelfde vereniging naast het verzoek om haar vis
recht te geven onder meer op de beide Wilhelminavijvers, tevens gevraagd
de met haar gesloten huurovereenkomst ingaande 1 januari 1969 met zes jaar
te verlengen, hetgeen de Kamer voor de binnenvisserij heeft ingewilligd.
De uit dien hoofde opgemaakte nieuwe huurovereenkomst is op 2 april 1970
in concept aan meergenoemde vereniging ter beoordeling toegezonden. In
augustus 1970 heeft zij bericht met dit ontwerp - waarin op diverse punten
aan de verlangens van de vereniging is tegemoet gekomen - akkoord te gaan.
De overeenkomst strekt zich uit tot alle wateren waaro.p Breda het visrecht
heeft, met uitzondering van de waterpartij in het Wilhelminapark, achter de
kerk aan het Hooghout, in het Liniekwartier, in het van Sonsbeeck- en
Zaart-park en aan de westzijde van Ruitersbos.
Wij hebben gemeend de vijvers in het Wilhelminapark, waarop de Baroniese
hengelaarsvereniging nimmer formeel recht heeft gehad, uitsluitend te
moeten reserveren voor het vissen door bejaarden en invaliden via de
hengelsportvereniging voor bejaarden en invaliden, die is ontstaan uit het
streven van bejaarden naar een eigen vereniging met eigen viswater. Door
hun glooiende oevers lenen deze waterpartijen zich bijzonder voor het hen
gelen door deze categorieën.De overige uitgezonderde vijvers zijn bedoeld