oemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 29
(3e vervolg)
5 februari 1971
IZ/-
Antwoord op door raadslid gestelde vraag.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 17 december 1970)
De heer van der V/erff vraagt: kan het college op enige wijze meedelen
op welke wijze het poogt de situatie voor Bouvigne veilig te stellen
voor de toekomst.
ANTWOORD
Onder verwijzing naar ons antwoord op de door de heer America gestelde
vragen over Bouvigne lijkt het ons goed U nog het volgende mede te delen.
Het kasteel Bouvigne met aanhorigheden, eigendom van de gemeente Breda,
is tot medio 1980 verhuurd aan de Pius X-stichting ingevolge een overeen
komst, gesloten met de toenmalige eigenaresse de gemeente Ginneken en
Bavel.
Met de stichting Bouvigne, de feitelijke gebruikster sedert 1963 en met de
Pius X-stichting, de formele huurster, zijn in 1966 onderhandelingen ge
opend, waarbij de vestiging van een zakelijk recht op een gedeelte van het
landgoed, de regeling van het achterstallig onderhoud, de herziening van
de huurprijs en -voorxraarden, alsmede het gebruik en de bestemming van het
landgoed met de daarop gestichte gebouwen, onderwerp van gesprek waren.
In meer algemene zin werd hierover reeds melding gemaakt in ons voorstel
aan de raad van 29 juli 1970, bijlage nr. 287.
Met name het zakelijk recht van erfpacht was voor de stichting Bouvigne
van belang, omdat hierdoor zekerheid geboden kon worden bij de aantrekking
van geldleningen.
Ons college heeft zich in 1967 bereid verklaard aan de raad voor te stellen
onder bepaalde voorwaarden, o.a. met betrekking tot de bestemming, een ge
deelte van de grond uit het lopende huurcontract te lichten en in erfpacht uit
te geven aan de stichting Bouvigne. Op onze voorstellen hiertoe werd noch
van de Pius X-stichting, noch van de stichting Bouvigne reactie ontvangen,
zodat een en ander niet tot resultaat leidde.
Dit aanbod is van de zijde van het college herhaald in een bespreking
met de beide stichtingen op 24 december 1970. Ook hierop is tot heden
geen reactie ontvangen.
Ons college ziet in dit stadium geen verdere mogelijkheden ter zake.