Bijlage nr. 30 -2- De N.V. PNEM heeft op grond, van dit rapport, in nauwe samenwerking met de grote gemeenten in Noord-Brabant, nieuwe tarieven ontworpen voor de kleinere bedrijven en de woningen, waarin tevens een bedrijf of beroep wordt uitge oefend (gemengde verbruikers)waarbij met de in het rapport gegeven richt lijnen ten aanzien van de structurele opbouw van de tarieven volledig reke ning is gehouden. De hoofdgedachte van deze opzet is, dat de kostprijs van de elektrische energie in wezen bestaat uit drie hoofd-componenten, namelijk: a. de capaciteitskosten (vaste kosten per kW); b. de verbruikerskosten (vaste kosten per verbruiker); c. de variabele (overige) kosten per kWh.). Het in deze gemeente thans geldende vastrechttarief voor gemengde verbrui kers is reeds op dit uitgangspunt gebaseerd. Ruwweg genomen betaalt men in het vastrecht de vergoeding voor de maximale belasting (de capaciteits kosten) en de verbruikerskosten, terwijl uit de vergoeding per kWh de vari abele kosten moeten worden bestreden. Behalve dit vastrechttarief, op grond waarvan met een 1800 verbruikers wordt afgerekend, bestaan er in Breda nog de hoog-, laag-, kracht- en café-tarieven met in totaal ongeveer 3500 verbruikers. Deze laatste tarieven voor 3500 verbruikers zijn historisch gegroeid en vol doen niet aan de gewenste kostprijsstructuur; met het sterk toegenomen ge bruik van elektrische apparatuur en installatie in de bedrijven wordt in deze tariefstelling onvoldoende rekening gehouden.. Een meer aan de huidige inzichten aangepaste situatie zou ontstaan wanneer bij de categorie van ge mengde verbruikers in de wintermaanden (spermaanden) in de piekuren zou wor den gemeten in welke mate de verbruiker beslag legt op de capaciteit van hex. elektriciteitsbedrijf. Vanwege de relatief dure meetapparatuur, die daar voor nodig is, is dit bij vele kleinere gemengde verbruikers echter niet ver antwoord. In de nieuwe tarievenopzet welke ook wij wensen te volgen vindt daarom bi een jaarverbruik tot 5000 kWh voor zuiver bedrijfsverbruik, respectievelijk bi een jaarverbruik tot 7000 kWh voor bedrijfs/beroeps- en gezinsverbruik samen geen exacte individuele meting van het maximum piaats, maar aangenomen wordt dat de belasting 3 kW bedraagt. Bij de verbruikers met een jaarverbruik groter dan 5000 dag--kWh, respectieve lijk 7000 dag-kWh, zal het capaciteitsbedrag door meting moeten xrorden vast gesteld. Ten einde de kosten van de maximummeting te beperken zal bij verbruikers on der 10 kW in plaats van een dure kW maximaalmeter gebruik word.en gemaakt van een goedkopere kWh meter met een extra kWh-telwerk. Op dit telwerk wordt het kWh-verbruik in de speruren geregistreerd, waarna dan door deling van dit verbruik door een constante, afgeleid uit de ingestelde speruren, de gemiddel de belasting kan worden berekend en het verschuldigde capaciteitsbedrag kar worden vastgesteld. Bij verbruikers met een belasting van 10 kW of meer zal steeds gebruik wor den gemaakt van een kW-maximaalmeter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 177