gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
F/49103
Bijlage nr. 35
29 janauri 1971
/oorstel van burgemeester en wethouders tot
wijziging van het systeem van meteropneming
en incasso van het energie- en waterbedrijf.
Krachtens raadsbesluit van 13 jnni 1962 worden de bedragen, die aan het
energie- en waterbedrijf zijn verschuldigd wegens levering van gas, water
en elektriciteit vier maal per jaar in rekening gebracht, waartoe de meters
ook vier maal per jaar worden opgenomen. De kwartaalrekeningen mogen in twee
gelijke termijnen worden voldaan, zodat acht maal per jaar wordt geïncas
seerd. De bedragen,die zijn verschuldigd wegens huisvuilrecht en eventueel
wegens centrale wijkverwarming en/of centraal antennesysteem, worden op de
zelfde wijze door het energie- en waterbedrijf in rekening gebracht.
Door de heffing van een voorlopige betaling in 1962 (c.q. bij de aanvang
van de levering) ter grootte van de helft van het geschatte verbruik in een
opnametijdvak is getracht het bedrag van het uitstaande krediet binnen rede
lijke grenzen te houden.
Opgemerkt wordt, dat grootverbruikers het door hen verschuldigde maandelijks
moeten voldoen, waarbij ook de meteropneming is aangepast aan de specifieke
tariefstelling voor grootverbruikers.
Nu het vorenomschreven systeem van meteropneming en incasso geruime tijd
toepassing heeft gevonden verdient het aanbeveling dit verder uit te bouwen.
Verschillende bedrijven elders zijn er toe overgegaan te volstaan met het
eenmaal per jaar opnemen van de meters en het incasseren in twaalf maande
lijkse termijnen, waarbij na de laatste kwitantie van de twaalfmaandelijkse
periode wordt afgerekend op grond van het gemeten jaarverbruik. Met name
vermelden wij als gemeenten, waar dit systeem is ingevoerd: s-Gravenhage
Tilburg, 1s-Hertogenbosch en Eindhoven. Er wordt bij dit systeem dus twaalf
maal per jaar een gelijke kwitantie gepresenteerd, gebaseerd op het ver
bruik in het voorafgaande jaar (bij nieuwe verbruikers zo goed mogelijk ge
schat) en na de twaalfde kwitantie wordt het jaarverbruik berekend, ver
minderd met twaalf voorheffingen.
Wij menen, dat ook voor het energie- en waterbedrijf van deze gemeente tot
een dergelijke methode van meteropneming en incasso moet worden overgegaan.
Wij zullen U hierna een uiteenzetting geven van de voor- en nadelen van
deze nieuwe methode, van de wijze, waarop tussentijdse mutaties moeten wor
den verwerkt, van de gevolgen voor de tariefstelling, van de wijze, waarop
de lopende voorschotten moeten worden ingehaald en van de formele regeling
van een en ander.