Bijlage nr. 35 -5- Bij de eenjaarlijkse meteropneming moet dit tarief worden: voor de eerste 1200 dag kWh per jaar 0,08 per kV/h voor de volgende dag kWh per jaar 0,065 per kl/h. Het vastrecht bedraagt 3-30 per maand (excl. omzetbelasting). De uit deze tariefstelling voortvloeiende afwijking mn het tarief in de nieuwe tarievenverordening is van weinig betekenis. Deze gewijzigde tarieven zullen van kracht moeten worden op 1 mei 1971. Het is nodig, dat voor de huishoudelijke verbruikers dan ook reeds de nieuwe redactie voor het nachtstroomtarief wordt geregeld, zoals deze voorkomt in de nieuwe verordening inzake de levering van elektriciteit onder lage span ning. Deze bepaling luidt: "Op verzoek van de (huishoudelijke) verbruiker "zal het verbruik in de nachturen van 23.00 uur tot 7.00 uur afzonderlijk "worden gemeten en tegen 0,035 per kWh worden berekend. "Hiervoor is per maand ƒ1,extra aan vast bedrag verschuldigd". Dit vaste bedrag treedt in de plaats van de 1,28, die thans bij nachtstroom extra <c verschuldigd zijn wegens dubbeltariefmeting en klokhuur. In verband met het verlaten van het systeem van voorlopige betaling en de overgang naar het hiervoor omschreven nieuwe systeem van opneming en in casso is een overgangsregeling noodzakelijk. Wij hebben deze als volgt uit gewerkt. De eerste stortings-overschrijvingskaart gebaseerd op de jaarlijkse meter opneming, zal begin mei 1971 worden verzonden en zal moeten zijn voldaan rond 21 mei 1971 Er van uitgaande, dat de gemiddelde verbruiksdatum op de helft van de maand ligt, wordt de krediettermijn 14 dagen, welke termijn niet ongebruikelijk is. Indien rekening wordt gehouden met het afvlakken van de seizoeninvloeden ligt de krediettermijn nog wat korter. De introductie van het nieuwe systeem wint aan duidelijkheid wanneer de laatste stortingskaart volgens het nu nog geldende systeem begin april 1971 4 wordt verzonden. Gezien de in het algemeen te lage voorlopige betaling (voor schot) zal voor het restant schuld (laatste verbruiksnota- voorschot) een af betalingsregeling worden getroffen. Om dit restent vast te stellen zal een eindnota voor het oude systeem worden vervaardigd. Daartoe zullen de meters van de gehele stad worden opgenomen in de tweede helft van april 1971. Van deze meteropneming zullen nota's worden gemaakt, waarop de voorlopige beta ling in mindering wordt gebracht. Om de overgang op genoemde wijze te laten verlopen is het gewenst de opneming van verschillende wijken in de stad nu al uit te stellen tot de tweede helft van april 1971Om te voorkomen, dat er dan een betaling uitvalt zal begin april 1971 aan deze groepen van ver bruikers een stortingskaart worden aangeboden, waarvan het bedrag wordt ge fixeerd op 2/3 van het bedrag van de tweede termijn van de laatst verschenen nota. De afbouw van het "oude systeem" verloopt nu als volgt: 1.eind april 1971 opneming; 2.in mei 1971 wordt een nota vervaardigd, waarop de voorlopige betaling in mindering wordt gebracht en (voor sommige wijken) het in april 1971 ge heven voorschot (het hiervoor omschreven gefixeerde bedrag)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 197