gemeente Breda
san de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 44
5 februari 1971
Wo/51073.
Voorstel van burgemeester en wethouders
met betrekking tot vergoeding van de
kosten van het rekenexperiment op een
aantal scholen voor g.l.o. in deze gemeente.
Door Uw raad werd bij besluit*) van 19 juni 1969 aan de besturen van zes
O bijzondere scholen voor g.l.o. medewerking ex artikel 72 der lager onder
wijswet 1920 verleend voor de aanschaffing van een rekenkundig practicum,
ten behoeve van een openbare school voor g.l.o. is eveneens besloten de
kósten van een rekenkundig practicum ten laste van de kapitaaldienst te
brengen.
Uit gesprekken, die dezerzijds zijn gevoerd met vertegenwoordigers van
de aan het rekenexperiment deelnemende scholen en na gepleegd overleg met
de inspecteur van het lager onderwijs is ons gebleken, dat het resultaat
van het experiment in het schooljaar 1969/1970 van dien aard is geweest,
dat voortzetting ervan in de leerjaren 2 en volgende van deze scholen
gewenst wordt geacht.
Het eerste jaar van experimenteren heeft ondermeer tot de navolgende
Tirensen geleid:
a. De oorspronkelijke gedachte, dat per school één rekenkundig practicum
voldoende zou zijn voor alle leerjaren blijkt na enige ervaring niet
wel mogelijk te zijn, het is noodzakelijk, dat het rekenkundig prac
ticum voor de desbetreffende scholen evenredig wordt uitgebreid.
b. Aanvankelijk is er vanuit gegaan, dat de werkschriften door de scholen
ten laste van hun exploitatierekening zouden kunnen worden gebracht;
de werkschriften zijn aanmerkelijk duurder in aanschaf dan het verbruiks-
materiaal bij andere rekenmethodes; bovendien worden naast deze schrif
ten geen rekenboeken meer gebruikt.
c. Rekenonderwijs volgens de nieuwe methode vereist een grote mate van des
kundigheid, met name op het gebied van de rekendidactiek. Hoofden en
leerkrachten van de aan het rekenexperiment deelnemende scholen (in to
taal 60 personen) volgen momenteel een cursus rekendidactiek bij een do
cent van een pedagogische academie.
Het komt ons gewenst voor, dat in het belang van het experiment de deel
nemende scholen op een reële wijze die financiële faciliteiten worden ver
leend die in de gegeven omstandigheden nodig worden geacht.