qemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. to»*5 Bijlage nr. 52 9 februari 1971 Vh2/p/50637 Voorstel van burgemeester en wethouders tot verhoging ven het krediet voor het project rioolwaterafvoerleiding van Breda naar het Hollandsch Diep. Ingevolge Uw besluit van 18 april 1968 is het totale krediet voor het project rioolwaterafvoerleiding van Breda naar het Hollandsch Diep, aangegeven ogj. bi jgaande tekening nr. 37109*) opgevoerd net 9-721 .000,- tot een bedrag van 34.295.000,-waarin ook begrepen de kosten van de bouw en installatie van de rioolwaterzuiveringsinrichting (R.W.Z.) nabij Nieuwveer. Wij mogen U terzake verwijzen naar ons desbetreffend voorstel d.d. 10 april 1968, bijlage nr. 148*) met de daarbij behorende kostenramingen per 1 januari 1968. Aan genoemd totaalkrediet dienen evenwel nog te worden toegevoegd een tweetal voorbereidingskredieten respectievelijk verleend in de jaren 1949 en 1950 tot een bedrag van 50*000,Het totaal door U ver leende krediet beloopt derhalve ƒ.34.345.000, Volgens de van rijkswege verleende vergunning tot lozing van het af val water in het Hollansch Diep kan na 1 januari 1971 geëist worden, dat slechts exydatief-biologisch gezuiverd water geloosd wordt. Dit impliceert dat afbouw van het gehele project urgent is. Wat nu gebeurt is niet meer dan afvoeren in het Hollandsch Diep van rioolwater waar uit door middel van snijroosters en zandvangers grove zandkorrels en dergelijk .-zijn verwijderd (gedeeltelijk mechanische zuivering). Tech nisch gesproken kan de totale installatie omstreeks eind 1972 voltooid zijn. Het moeilijke punt bij de afbouw is het tijdig verkrijgen van - financieringsmiddelen, hetgeen al geleid heeft tot enige verlenging van de bouwperiode. Mede daarom hebben wij recentelijk vanwege de aan het onlangs opgerich te waterschap "West-Brabant" toevertrouwde zorg voor de goede hoedanig heid van het oppervlakte-water in zijn gebied het bestuur van dit water schap geattendeerd op de overdracht van het gehele project in de nabije toekomst, en daarbij verzocht ermede in te stemmen, dat de afbouw van de R.W.Z. door de gemeente Breda ononderbroken doorgang vindt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 237