Bijlage nr. 52
-3-
Het in het beschikbare krediet voor dit onderdeel begrepen bedrag was
geraamd op 1.040.000,
Opgemerkt wordt, dat de bovenvermelde werken 3, 4 en 5 nog moeten worden
aanbesteed.
Voor het mechanische gedeelte van het onderdeel f (Zimpro) was geraamd
3.500.000,terwijl de werkelijke kosten blijken te belopen
5.110.000,500.000,De kosten van dit gedeelte van de
slijkverwerkingsinstallatie cijn namelijk gesplitst in twee delen, zulks
in overeenstemming met de gemaakte bestekken, te weten voor de eigen
lijke instalMie (uit te voeren door Zimpro) en de indikkers, welke
afzonderlijk zijn aanbesteed.
Het honorarium en de algemene kosten (onderdeel E, sub j. zijn toe
gerekend naar evenredigheid van de te verwerken bedragen. Gerekend is,
dat de kosten van het Ingenieursbureau Witteveen en Bos c.i. en van
de dienst van openbare werken te zamen circa \2~$o van de bouwkosten
zullen bedragen.
Voor de voltooiing van het onderhavige project, dat wil zeggen voor de
uitvoering van de werken zelf, zal derhalve een verhoging van de reeds
gevoteerde kredieten met 3.205.000,37.550.000,
34. 345.000,nodig zijn.
Naast de kredietverhoging voor de afbouw van het.onderhavige project
zal tevens nog een kredietaanpassing moeten plaatshebben in verband
met de rentebijschrijving.
In de tot heden toe verleende kredieten 34.345*000,is zoals
U bekend met deze factor geen rekening gehouden.
Bij de berekening van de rentebijschrijving is het volgende in acht
genomen.
1De uitgaven zoals die in de loop van de jaren hebben plaatsgevonden
zijn gesplitst naar de onderdelen A tot en met E, welke onderdelen
eveneens zijn gehanteerd in bijgaand kostenoverzicht.
Per onderdeel is geen verdere uitsplitsing meer toegepast.
2. De subsidies van rijk en provincie zijn op de investeringen in min
dering gebracht in het jaar waarin ze zijn ontvangen.
3. Tot en met het jaar 1970 zijn de werkelijke investeringen en de ont
vangen subsidies verwerkt, terwijl voor de jaren 1971 en 1972 van
ramingen is uitgegaan, welke zijn afgestemd op het verwachte verloop
van de uitgaven etc.
4. Per onderdeel is de rentebijschrijving berekend als ware deze van meet
af aan toegepast. In feite is er gedurende een bepaalde periode rente
geleden ten laste van het budget, terwijl tevens tot en met 1963 af
schrijvingen ten laste van het budget zijn gebracht.
Voor de kredietraming is het voldoende dat alle werkelijk te boeken
kosten ten laste van de raming kunnen worden gebracht. Daarom is bij
de becijfering van het thans te voteren bedrag de per onderdeel ten
volle berekende rentebijschrijving gecorrigeerd in verband met het