emeenfe Breda
an cle raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 57
10 februari 971
F/46623
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het saneren van de onderhoudsfondsen van ver
schillende woningcomplexen van het woningbe
drijf A.
Zoals bekend zal zijn wordt de jaarlijkse exploitatie-begroting van het wo
ningbedrijf A voor het gewone onderhoud van de woningen belast met een
normbedrag per woning. Voor de voor- en na-oorlogse woningwetwoningen wor
den deze normbedragen vastgesteld door het rijk; voor de woningen ten aan
zien waarvan geen financiële band met het rijk bestaat bepaalt Uw raad,
bij de vaststelling van de begroting, de onderhoudsnormbedragen.
De in de begroting opgenomen normbedragen worden op het eind van het be
grotingsjaar naar de onderhoudsfondsen van de diverse woningcomplexen over
geboekt terwijl de werkelijke onderhoudsuitgaven ten laste dezer fondsen
komen.
Dit is een algemeen gebruikelijke handelwijze bij exploitatie van woningen;
Het doel ervan is te voorkomen dat de exploitatie-uitkomsten worden beïn
vloed door het onregelmatig verloop der onderhoudsuitgaven.
De door het rijk vastgestelde onderhoudsnormbedragen zijn in het algemeen
aan de krappe kant en worden veelal met vertraging aan het gestegen kos-
tenpeil aangepast; anderzijds is het ook voor de gemeente moeilijk (voor
de niet-woningwetwoningen) het juiste normbedrag te bepalen dit mede van
wege het verband met een adequate huurvaststelling die juist voor het oude
woningbezit, naar bekend mag worden verondersteld, veel weerstanden op
roept.
Een en ander heeft er - in connectie met de snelle stijging van de onder
houdskosten van de laatste jaren - toegeleid dat voor een aantal woning-
complexen wegens onderhoudskosten meer is uitgegeven dan in de onderhouds
fondsen dier complexen aan middelen voorhanden was met het gevolg dat deze
fondsen negatief zijn komen te staan.
Dit heeft zich vooral bij de oude voor-oorlogse complexen voorgedaan maar
ook - zij het in mindere mate - bij een 7-tal oudere na-oorlogse complexen.
Het zal duidelijk zijn dat het verschijnsel daarom vooral bij de oude wo
ningen optreedt omdat hiervan de onderhoudsuitgaven het moeilijkst te voor
zien zijn en de feitelijk nodige huurafstemming dezer aan onderhoud zo du
re woningen zeer moeilijk ligt.