Bijlage nr. 62 -3- van bijstand met die van de leden van do raad. Een gelijke bepaling is opgenomen in de verordening betreffende do bestuurscommissie voor de sociale werkvoorziening. Wij menen, dat het bezwaar van onvoldoen de ruimte voor regelmatige vernieuwing in de samenstelling niet zwaar der weegt dan ten aanzien van de zittingsduur van de leden van de raad en dus ook van de wethouders. Overigens is het heel goed mogelijk, dat tussentijds om welke redenen dan ook, reeds vernieuwing plaats vindt. Afgezien daarvan behoort het tot de verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders om bij de voordracht tot benoeming van leden van het college voor de verlening van bijstand in voldoende mate rekening te houden met de wenselijkheid van tijdige vernieuwing in de samenstelling van het college voor de verlening van bijstand. Het bezwaar, dat bij gelijktijdig aftroden van de leden van hot col logo voor de verlening van bijstand de continuïteit gevaar loopt door dat te voel nieuwe loden ineens zouden kunnen worden benoemd, achten wij een min of meer theoretisch bezwaar. In de praktijk zal een der gelijke situatie zich zelden of nooit voordoen. De vereiste continu— iteit zal bij het samenstellen van de voordracht zeker oen belang rijke rol spelen. Met het thans zitting hebbende college voor de verlening van bijstand hebben wij overleg geplegd. Dit college kan zich geheel met onze ziens wijze verenigen. Resumerend stellen wij U voor ten aanzien van de reglementering van de zittingsduur van do leden van het collogo voor do verlening van bijstand een keuze te doen uit de drie aangegeven mogelijkheden en ar tikel 4, lid 1van het reglement voor hot college voor de verlening van bijstand overeenkomstig Uw keuze te handhaven dan wel te wijzigen. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 269