gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 66
TE BEHANDELEN IN RAADSVERGADERING VAN 25 MAART 1971_
2 maart 1971
BK/53681
Preadvies van burgemeester en wethouders be
treffende het ontwerp ener regeling met
kaart en toelichting voor het herindelings
plan Breda-Noord.
Op uitnodiging van de minister van binnenlandse zaken hebben Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant, overeenkomstig het bepaalde in artikel 160,
tweede lid, van de gemeentewet, Uw raad het ontwerp ener regeling, met
kaart en toelichting, voor het herindelingsplan Breda-Noord toegezonden.
Aan de raadsleden hebben wij een exemplaar van dit plan doen toekomen.
Bedoelde stukken zijn op 5 februari 1971 ter gemeentesecretarie ontvangen
en hebben aldaar vanaf 12 februari 1971 gedurende twee weken ter inzage
van een ieder gelegen. Van deze tervisielegging is door de burgemeester
de voorgeschreven publicatie gedaan, onder mededeling dat een ieder bin
nen een maand, derhalve vóór 12 maart 1971 tegen de ontwerp-regeling
schriftelijk bij Gedeputeerde Staten bezwaren kan inbrengen.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 162 van de gemeentewet moet Uw raad
vóór 5 april 1971 schriftelijk zijn gevoelen over de ontwerp-regeling aan
Gedeputeerde Staten kenbaar maken, onder medezending van de notulen van
het in de raad daarover verhandelde. Daarna wordt Uw raad in de gelegen
heid gesteld in een openbare vergadering van Gedeputeerde Staten door ge
machtigden zijn gevoelen toe te lichten. Bovendien kunnen leden van Uw
raad, zo nodig door gemachtigden, in deze vergadering van hun gevoelen
doen blijken. Van deze openbare vergadering, die gehouden moet worden vóór
5 mei 1971, geschiedt tijdig tevoren aankondiging door Gedeputeerde Staten
in een of meer nieuwsbladen, welke in de gemeente verspreiding vinden.
Het komt ons wenselijk voor in het kort de voorgaande stukken voor Uw raad
te releveren. Allereerst werd ons tijdens een bespreking op 11 september
1968 ten provinciehuize een nota van toelichting op het grenswijzigings
plan Breda-Noord ter hand gesteld. Daarbij werd verzocht om vóór 1 decem
ber 1968 het voorlopig oordeel van Uw raad daarover te mogen vernemen,
üp ons voorstel d.d. 9 oktober 1968(bijlage nr. 425) besloot U in Uw ver
gadering d.d. 17 oktober 1968 in te stemmen met het voornemen van Gedepu
teerde Staten om het grondgebied van onze gemeente in noordelijke richting
uit te breiden.
U baseerde deze instemming o.a. op de functie die Breda in de toekomst,
vooral ook regionaal, zal dienen te vervullen, op de ruimtelijke nood
waarin zich ook onze gemeente, inzonderheid voor de vervulling van de woon
functie maar ook van andere daarmede samenvallende taken, bevindt alsmede
op de wenselijkheid om te komen tot grotere bestuurlijke eenheden.