Bijlage lb Aan de raad. der gemeente Breda 7 december 1970 Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van het reglement voor de Culturele Raad Bij brief van 16 april 1970 hebben wij de leden van de gemeenteraad meegedeeld dat vijf van de elf kandidaten voor de Culturele Raad (en hun plaatsvervangers) hun kandidatuur hadden teruggetrokken, ha overleg met de overige zes kandidaten meende ons college het voorstel tot benoeming van leden van de culturele raad te moeten intrekken, omdat het vrijwel uitgesloten werd geacht dat onder deze omstandigheden de culturele raad efficient en zinvol zou kunnen werken, ha beraad over de situatie, die was ontstaan, heeft ons college de leden van de toenmalige raadsafdeling voor culturele zaken gevraagd op korte termijn de mogelijkheid te onderzoeken van de totstandkoming van een culturele raad *- en ons hierover te adviseren. Dit besluit hebben wij bij brief van 8 mei 1970 aan de leden van de gemeenteraad meegedeeld. Op 20 oktober jl. hebben de leden van de afdeling voor culturele zaken hun bevindingen en adviezen, neergelegd in een rapport, aan ons college aangeboden. Onmiddellijk na ontvangst is het rapport aan de pers verstrekt en verzonden aan de leden van Uw raad en een groot aantal personen en groeperingen, waar van verwacht mocht worden dat deze in de inhoud geïnteresseerd zouden zijn. Het rapport met de daarin genoemde bijlagen liggen voor U ter visie. In het rapport worden suggesties gedaan, die verband houden met de inhoude lijke taakstelling van de Culturele Raad en suggesties, die verband houden met de samenstelling van de Culturele Raad. ha bestudering wil ons college deze suggesties gaarne tot de zijne maken, zoals uit het vervolg zal blijken. Samenstelling van de Culturele Raad Op 10 november jl. heeft wethouder Mans namens het college de werkgroep K samenstelling Culturele Raad geïnstalleerd, die op basis van het rapport vóór 1 januari a.s. voorstellen hoopt te doen over de samenstelling van de Cul turele Raad. Voor de goede orde wordt meegedeeld dat in plaats van mevrouw Bertram-Wassink en de heer J. Broeders, die zich om persoonlijke redenen niet beschikbaar konden stellen, de heren P. Deckers en G. Spekman deel uitmaken van deze werkgroep. Inhoudelijke taakstelling van de Culturele Raad De taakstelling van de Culturele Raad is omschreven in een reglement, dat werd vastgesteld bij raadsbesluit van 19 februari 1970 (bijlage no. 55 In het rapport worden een viertal aanbevelingen gedaan, die bij aanvaarding het noodzakelijk maken de kontekst van het reglement en het reglement zelf op een aantal onderdelen te wijzigen. 1In het rapport wordt gesteld dat de cultuurbehartiging zich dient uit te strekken tot meer dan begeleiding van de bestaande cultuurvormen en dat de taak van de overheid zich nadrukkelijk op het welzijnsbeleid in ruimste zin dient te vinden. Aan deze constatering wordt door de commissie de con clusie verbonden dat de bestaande taak van de Culturele Raad uitbreiding dient te ondergaan door expliciet op te nemen dat de Culturele Raad dient te adviseren over een welzijnsraad in Breda in overleg met andere advies colleges.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 303