WIJZIGING YAH HET REGLEI1EIIT VAN DO CULTURELE RÜJ Bijlage Ic De raad der gemeente Breda gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7-12-1970 besluit: het raadsbesluit van 30 januari 1970 betreffende het Reglement voor de Cultu rele Raad te wijzigen als volgt: I Artikel 3 wordt: a. De Culturele Raad bestaat naast de voorzitter uit minimaal tien en maximaal zestien leden; b. Op voordracht van burgemeester en wethouders benoemt de raad de voor zitter, de leden en hun plaatsvervangers; c. Burgemeester en wethouders doen voor elke benoeming een voordracht van twee personen, met dien verstande dat de uit iedere voordracht niet benoemde als plaatsvervanger wordt aangewezen. II Artikel 6 wordt uitgebreid met: d. De plaatsvervangend.e leden ontvangen voor de vergaderingen een uitnodi ging en de op de vergaderingen betrekking hebbende vergaderstukken; e. In de vergaderingen nemen zij niet aan de discussie en stemmingen deel, tenzij het lid, waarvoor zij als plaatsvervanger optreden, niet aan- wezig is. III Artikel 7, lid b, wordt: b. In elke sectie en commissie ad hoc heeft tenminste één lid of plaats vervangend lid van de Culturele Raad zitting; IV Artikel 10 wordt: a. Tweemaal per jaar in de maanden april en november wordt een openbare vergadering van de Culturele Raad met secties en commissies ad hoe ge houden. In deze vergaderingen wordt verslag gedaan van de verrichte werkzaamheden en worden bestaande plannen in bespreking gebracht; b. De vergaderingen van de Culturele Raad zijn in het algemeen openbaar. De Culturele Raad kan besluiten dat over bepaalde onderwerpen in be sloten vergaderingen wordt beraadslaagd; c. De Culturele Raad kan openbare hoorzittingen houden. Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 17 december 1970. De raad voornoemd, voorzitter. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 306