Bijlage II Verslag van.de installatiebijeenkomst van de werkgroep samenstelling Culturele Raad op 10 november 1970 ten stadhuize. Aanwezig: wethouder Mans, wethouder van Dun, de leden mevr. Bunnik-Vos, mevr. Stockmann-van der Kallen, de heren Dekker, Govaart, Hermans, I'Iantz, van Opdorp, Oudejans, Spekman, van der Nerff, van Herpen (stadsredactie De Stem), Buising (chef van het bureau voorlichting) en Bolwerk (chef van het bureau culturele zaken). Afwezig de heer Smits van Waesberghe (met kennisgeving). Wethouder Mans heet de leden van de werkgroep van harte welkom. Hij deelt mede dat de heer Smits van Waesberghe schriftelijk bericht van verhindering heeft gestuurd. De heer van Dun is aanwezig als voorzitter van de commissie van Dun, die het rapport heeft uitgebracht. Hij dankt nogmaals zeer uitdrukke lijk voor de bereidheid zitting te nemen. De taak lijkt, aldus wethouder Mans, niet omvangrijk, de gegeven tijd is echter kort. Het in mei jl. manifest geworden onbehagen was vooral het directe gevolg van de "niet democratische" handelwijze wat de samenstelling van de culturele raad betreft. Toch is de tegenstelling in opvattingen minder groot dan uit dit onbehagen zou kunnen x*Jorden verondersteld. Uitgangspunt voor zowel "de verontrusten" als het gemeentebestuur is namelijk hetzelfde; het volledig betrekken van de burgers bij de besluitvorming in de culturele sector (waarvan de taakafbakening - wat is cultuur - al werkende zijn vorm zal moeten krijgen). Kr is een groeifase geweest: overheid lange tijd passief cultuurbeleid, daarna sterker betrokken door financiële hulp, maatschappe lijke ontwikkeling vraagt nu duidelijke participatie van de overheid in de cultuurbehartiging. Planmatige aanpak, noodzaak tot coördinatie en bewust wording van steeds grotere groepen maken duidelijk dat de inbreng van de for mele democratische bestuursorganen (aangevuld met advieslichamen voor bepaalde onderdelen) onvoldoende functioneerde en aangevuld/vervangen moet worden door functionele organen. Functionele democratie vraagt: - openheid - samenwerking overheid/burgerij, geen antithese (zelfs de overheid en zijn dienaren werken, willen althans werken voor het algemeen belang l). Het college van burgemeester en wethouders staat een flexibel orgaan voor ogen en flexibele toepassing van het reglement. Ook na de geadviseerde aan vullingen blijft wijziging mogelijk, doch dan graag geënt op de uit de prak tijk duidelijk geworden noodzaak. Belangrijk is nu snel te gaan functioneren; belangrijke ontwikkelingen zijn gaande waarbij de participatie niet kan wor den gemist, zoals opbouw cultuurplan, bouwaccommodaties, kunstzinnige vorming etc. Bij deze gelegenheid wil hij zijn dank brengen aan de Culturele Werkgemeen schap en de Raad voor Beroepskunst omdat deze in hun tijd de aanzet zijn ge weest tot participatie. Het gemeentebestuur zal de werkgroep gaarne alle mede werking verlenen (vergaderfaciliteiten, ambtelijke assistentie). Hij heft vervolgens het glas en wenst de leden van de werkgroep succes bij het werk. Namens de aanwezigen spreekt de heer Govaart een kort dankwoord en zegt dat hij meent dat ieder van de leden zich zal inspannen de taakopdracht in de toegemeten tijd af te ronden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 307