gemeente Breda
Bijlage nr. 73
aan de raad der gemeente Breda.
8 maart 1971
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
verhoging van de tarieven van het gemeente
lijk waterbedrijf.
/53243
Bij raadsbesluit van 12 maart 1970 werden de tarieven van het gemeentelijk
waterbedrijf, ingaande 1 april 1970, verhoogd met 15/»> dit in navolging van
de tariefsverhoging van de W.V. Waterleidingmaatschappij Woord-West-Brabant
per gelijke datum. Interventie van de minister van economische zaken leid
de er echter toe, dat de tariefsverhoging van het gemeentelijk waterbedrijf
werd gemitigeerd tot 7"2/», waarbij de W.V. Waterleidingmaatschappij Woord-
West-Brabant zich aansloot voor het gedeelte van haar voorzieningsgebied
dat binnen de gemeente Breda is gelegen.
Bij de besprekingen met het ministerie van economische zaken werd een
nieuwe tariefsverhoging per 1 januari 1971 in uitzicht gesteld, mede in het
perspectief van de voorgenomen samenwerkingsvormen met de W.V. Waterleiding-
maatschappij Woord-West-Brabant.
Het is U bekend, dat de onderhandelingen over deze samenwerking zijn afge
broken, zodat vooralsnog de vroegere afspraken over gelijke tarieven binnen
de gemeente Breda van kracht blijven.
Van de zijde van de W.V. Waterleidingmaatschappij Woord-West-Brabant ontving-
gen wij voor 1 januari 1971 bericht, dat men er de voorkeur aan gaf de ta
rieven niet vóór 1 januari 1972 verder te verhogen. In verband met de ge
maakte afspraken heeft ons college toen af moeten zien van voorstellen tot
tariefsverhoging met 7T/° per 1 januari 1 971
Zeer recent heeft de W.V. Waterleidingmaatschappij Woord-West-Brabant ons nu
doen weten dat het in het voornemen ligt haa.r tarieven per 1 april 1971 met
10/^ te verhogen, dit op grond van de bekende en te verwachten bedrijfsresul
taten. Het ontmoet bij ons college geen bezwaar in deze wederom genoemde
W. 7. te volgen, vooral ook omdat in de begroting 1971 van het energie- en
waterbedrijf rekening is gehouden met een tariefsverhoging van per 1
januari 1971, en omdat de raad in feite reeds in maart 1970 bewilligd had
in een tariefsverhoging van in totaal 15?»» die zich nu tenslotte in twee
fasen voltrekt. Wen tariefsverhoging van 10c/o per 1 april 1971 levert name
lijk voor het gehele jaar 1971 een zelfde uitkomst op als een verhoging van
l-j'/o op jaarbasis.
Wel heeft ons college bezwaar tegen een grotere tariefsverhoging per 1 april
1971, die naar het oordeel van de W.V. Waterleidingmaatschappij voor het
voorzieningsgebied binnen Breda plaats zou moeten hebben op grond van het
feit, dat de verhoging van 1 april 1970 daar achtergebleven is bij die in
het overige voorzieningsgebied van de W.V. Daarvoor geldt namelijk: 1 april
1970: 15?» tariefsverhoging, 1 april 1971: 10^ tariefsverhoging; dit maakt
in totaal 26,5/6 boven de voor 1 april 1970 geldende tarieven. Voor Breda
zijn deze cijfers respectievelijk: 1-f/o, 10)& en 18,25/"». Wij hebben onze be
zwaren bereids bij de W.V. kenbaar gemaakt in de verwachting, dat zij be
reid zal zijn de tariefsverhoging voor het Bredase gebied per 1 april 1971
tot 10/ö te beperken.