gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 79 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het beschikbaar stellen van een krediet voor 8 maart 1971 ombouw van de installaties van de ketelhui zen der centrale wijkverwarming in Biesdonk voor het stoken met aardgas. F/53222 In ons voorstel aan de raad dd. 1 mei 1970, nr. 166, hetwelk ter visie is ge legd, hebben wij een uiteenzetting gegeven van de voor- en nadelen, welke aan het stoken met aardgas in de ketelhuizen van de centrale wijkverwarming zijn verbonden. -rv v Wij concludeerden, dat het technisch bezien zonder meer aanbeveling verdient alle ketelhuizen voortaan te stoken met aardgas. Het probleem, dat de inte grale overschakeling van zware olie op aardgas nog afremt - zo stelden wij toen - is het feit van de hogere stookkosten, welke samengaan met de toepas sing van aardgas. Deze situatie is de laatste maanden gewijzigd doordat de olieprijzen intus sen zeer hoog zijn opgelopen, zodat de balans momenteel doorslaat ten gunste van het stoken met aardgas. Dat de olieprijzen ook op korte termijn weer zul len dalen is, gezien de situatie op de oliemarkt, niet aannemelijk, zodat de aanleiding voor een zeer geleidelijke overgang op het stoken met aardgas is vervallen, br is dus reden tot een versnelde algehele omschakeling op het stoken van aardgas, waarbij de mogelijkheid tot het stoken van olie - in noodgevallen binnen een uur - behouden blijft. De enige wijk, waarvan de ketelhuizen nog niet op aardgas zijn overgeschakeld, is Biesdonk, waarin vier ketelhuizen en totaal acht ketelunits plm. 1800 wo ningen en enkele scholen van warmte voorzien. Reeds in 1 964 kwam hier het eerste ketelhuis in bedrijf, waarbij zoveel mogelijk rekening werd gehouden met de mogelijkheid van stoken met aardgas. De technische ontwikkeling, voor al wat betreft veiligheidsaspecten en stooktechnische problemen, is sedert dien zeer krachtig geweest. Daarom is nu de beste oplossing het totaal uit wisselen van de bestaande brander-units door nieuwe branderapparatuur. Bo vendien behoren de ketelunits te worden aangepast, met name waar het betreft de rookgasafvoerconstallatie, terwijl ook voorzieningen nodig zijn aan de ketelhuisventilatie en enige bouwkundige wijzigingen moeten worden verricht. De aan een en ander verbonden kosten zijn te ramen op 316.800,welk be drag als volgt kan worden gespecificeerd: kosten van de branderunits compleet 194.250, bijkomende werkzaamheden - 76.000, kosten energie- en waterbedrijf - 13.500, onvoorzien - 16.250, omzetbelasting - 16.800, 316.800,—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 326