gemeente Breda De raad der gemeente Breda; overwegende, dat de bedragen per leerling bedoeld in artikel 189, lid 5, juncto artikel 189, lid 3, van het besluit buitengewoon onderwijs 1967 voor 1971 als volgt zijn vastgesteld: a. voor scholen voor kinderen, die zijn opgenomen in herstellingsoorden voor langdurig zieken: afdeling zeer jeugdigen op 305, kernafdeling op 305, afdeling voor voortgezet buitengewoon onderin.js op 305, b. voor scholen voor woonwagenkampkinderen: afdeling zeer jeugdigen op 235, kernafdeling op 235, c. voor scholen voor debiele kinderen: kernafdeling op 238, afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs op 238, d. voor scholen voor imbeciele kinderen: afdeling voor zeer jeugdigen op 259,50 kernafdeling op 259,30 e. voor scholen voor slechthorende kinderen: afdeling zeer jeugdigen op 313, kernafdeling- op 313, f. voor scholen voor blinde kinderen: afdeling voor zeer jeugdigen op 332, kernafdeling op 332, g. voor scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden: kernafdeling op fexcl. instandhoudingskosten) 319,65 (incl. instandhoudingslcosten) 370,50 h, voor scholen voor lichamelijk gebrekkige kinderen: afdeling zeer jeugdigen op 545, kernafdeling op 545, afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs op 545, i. voor scholen voor ziekelijke kinderen: kernafdeling op 359,65 dat de gemiddelde aantallen leerlingen van de in Breda gevestigde bij zondere scholen voor b.l.o. in 1970 bedroegen zoals deze zijn vermeld in kolom 4 van de bij dit besluit behorende staat; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; besluit: het voorschot als bedoeld in artikel 191, lid 4, van het besluit buiten gewoon onderwijs 1967 voor het jaar 1971 te bepalen op de bedragen zoals deze zijn vermeld in kolom 5 van bijgaande staat. Aldus vastgesteld door de raad der gemeen te Breda in zijn openbare vergadering van De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 349